Aan de grens

di 22 oktober 2024

Categorieën: , ,

Door Peter Hagtingius

“Jullie Fransen moeten het natuurlijk vooral  zelf weten”, zei ik weinig diplomatiek tijdens het dagelijks apéro op het café-terras. We konden er terecht na de overdreven natte moesson van vorige week, in afwachting van die eraan zit te komen. “Maar dat gedoe met grenscontroles gaat jullie toeristen kosten.”

“Mooi zo!”, schamperde de Brulboei die als gedreven aanhanger van Le Pen tegen buitenlanders in het algemeen is, EU-burger of niet. Toeristen met kinderen dienen in zijn beleving a helemaal met een OQTF opgezadeld te worden. Die letters staan voor Obligation de Quitter la Territoire de la France (verplicht Frankrijk verlaten, of in onbeschaafd Nederlands: oprotten). Hij is een naar Provençaalse normen kolossale verschijning, verplaatst zich in een kathedraal van een ouwe Toyota-jeep en zelfs als hij voor zijn doen fluistert, hoor je ’m twee impasses verderop. Het dorp is rijk bedeeld met doodlopende straatjes.

Hij is een fanatieke jager die elke doodgeschoten sanglier (wild zwijn) op de voorbumper van zijn auto vastbindt voor een Olympische triomftocht langs het café. Hij weet dat ik jagers tot de geestelijk minvermogenden reken en dat het tussen ons dus nooit goed komt. En toch bieden we elkaar soms een glaasje rosé aan, al blijft hij weigeren te geloven dat ik uit het nóg hogere noorden dan Vlaanderen stam. Ik ben dan wel zo’n étranger, maar na een jaar of tien in het dorp in zijn beleving een quantité négligable en we zitten nu eenmaal alletwee in het dagelijks apéro-concilie. En hij snapt (denk ik) ook wel dat ik bijdraag aan het overeind houden van het cafe, de tabac, de epicerie en de pizzeria, Nee, de boucherie niet. Ik eet geen vlees, in zijn waarneming nóg een bewijs dat ik rijp ben voor het gesticht. Dat idee is wederzijds en schept op een rare manier toch een band.

De jonge president van het in elk geval tot pasen gesloten Office du Tourisme begon uit te leggen dat de regering in Parijs ook volgens hem van lotje getikt is met die grenscontroles. Ik aarzelde niet over een vriend in Nederland te beginnen die er bij voorbaat geen trek in heeft bij de Franse grens in een trieste file aan te sluiten en zijn auto door douaniers te laten doorzoeken. Hij zag het al voor zich. Hij straks met zijn twee honden onderweg naar de Provence en dan de confrontatie met Franse vierpoters die tot speurneuzen zijn opgeleid. .

Ik kreeg bijval van mijn vriend Francies de aannemer, die nogal wat klussen heeft bij tweedehuis-bezitters uit buitenlanden. Onze meest intellectuele gesprekspartner, de ex-onderwijzer uit Amiens die ik vanwege zijn corpulentie althans in de huisekijke kring de Pens uit Amiens noem, trachtte het debat naar het hoger niveau te tillen door over Schengen te beginnen. Iets over het vrije verkeer van personen en goederen. Het belang van Europa. We hadden er niet zo’n zin. Jacqueline van de Mairie die daar een vage functie bekleedt en zich steeds meer ontwikkelt tot de vamp van ons dorp, begon over hospitalité (gastvrijheid). Francies tikte me aan en zei zachtjes dat hij van zijn moeder, de opper-spion in het maison de retraite (bejaardenhuis) had gehoord dat Jacqueline nu weer een Italiaanse amant heeft.

Gastvrijheid? Ik herinnerde me ineens een citaat van de Vlaamse journalist en schrijver Hugo Camps (1943-2022): “Gastvrijheid is sowieso het toebrengen van leed aan jezelf.” Ik zag ervan af om het in het Frans te vertalen. Anders zou de Brulboei vast geroep hebben: “Zie je wel, Marine en ik hebben gelijk!”

Laat een reactie achter

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

Of reageer met je Facebook account

Scroll naar boven