Ik loop al een tijdje in Zuid-Frankrijk rond, maar ’t is me nog steeds niet gelukt al die feestdagen, van nationale of religieuze aard, bij te houden. Er wordt wat af gevierd in dit land. En als ik er in Nice Matin niet op geattendeerd was, had ik ook weer niet geweten dat het morgen Bevrijdingsdag is, de supermarché de hele of een halve dag dicht.
Op 1 mei, de Dag van de Arbeid, ging het ook mis. Ik was wat vroeg voor l’heure de l’apéro en trof tot mijn verbazing al het halve dorp in het café. Vrije dag, 1 mei, het drong langzaam tot me door, ik zag vanaf het terras dat zelfs het krantenwinkeltje van onze 90-jarige mediatycoon dicht was. Op 1 mei ook geen kranten. En ik moest nog boodschappen doen, we hadden de eerste logé van het seizoen alweer over de vloer. Iemand met een uitgesproken voorkeur voor even riante als typisch Provençaalse maaltijden.
Is de marché paysan wel open?, vroeg ik ongerust aan François, de kleine aannemer die sinds jaar en dag mijn beste vriend in het dorp is. ‘Jusqu’a midi-trente’, zei hij en bestelde nog een ‘bébé’, zijn favoriete drankje, een mini-glaasje whisky. ’t Was ook al bijna 12 uur.
Ik sprintte naar mijn auto, stopte voor het terras opdat de echtgenoot kon instappen die eerst zijn Ricard nog had willen opdrinken. Daarna full speed naar de marché. Het was er druk. Er kachelde een Renault uit een parkeervak en ik wachtte -voor mijn doen rustig, de markt was nog open- tot die achteruitmanoeuvre een succes was geworden. Uit tegenovergestelde richting kwam langzaam een Peugeot aanzetten. En toen gebeurde het. Terwijl ik stilstond dacht een onverlaat in een aftandse Citroën AX me even in te halen. De chauffeur die zich onderscheidde door een ingewikkeld in elkaar gedraaid Bob Marley-kapsel, had de tegemoetkomende Peugeot iets te laat in de gaten, draaide naar rechts en trof mijn auto vol in de flank. Ik herhaal hier niet wat ik toen allemaal riep. Maar wees ervan verzekerd dat ik in het Frans kan schelden en vloeken als een authentieke bootwerker uit Marseille. Al die feestdagen kan ik niet onthouden, maar van alle praktijklessen ordinair tekeer gaan in het Frans, is nog steeds geen enkele ‘gros mot’ verloren gegaan.
De echtgenoot stapte uit, nam de schade op en vroeg aan de dader: ‘Pourqoi’? En hij gaf de schokschouderende schuldige gewoon een hand.
Toen begon de administratie, het mysterie van het schadeformulier. De echtgenoot had geen leesbril bij zich, ik stond er alleen voor. Want voor zo’n
document hebben ze een drukker ingeschakeld die over het allerkleinste lettertype uit Madurodam beschikt. De procedure vergde meer dan een halfuur. Adressen, rijbewijs- en polisnummers overschrijven; gedoe gedoe. En het was zo ongeveer de eerste echt warme dag van het jaar, alleen de motorkap als schrijftafel, we stonden in de volle zon te stoven.
Toen ik eindelijk klaar was met Bob Marley, bleek de marché gesloten. De echtgenoot attendeerde me erop dat ik ‘m mijn boodschappenbriefje had moeten overhandigen. Dan was ie zelf wel…
Op de terugweg naar huis was de sfeer ‘en voiture’ enigszins gespannen. Tot na het derde glaasje, toen kon ik er eindelijk voorzichtig om lachen. De logé kreeg intussen een bordje onovertroffen tonijnpasta van de echtgenoot voorgezet. Ze had niets te klagen.
Na de maaltijd las ik de verlangens van de verzekeraar nog eens door. Binnen 5 werkdagen na het ‘accident’ moest het schadeformulier in Straatsburg zijn. Iets per email regelen? Het idee! Gewoon ouderwetsch per post.
Natuurlijk had ik geen postzegels. Het was vrijdag 1 mei, op z’n vroegst maandag zou ik op het postkantoor weer terecht kunnen.
De 5 dagen-norm is inmiddels verstreken, tot op heden geen bericht van de verzekeraar. Of dat goed of slecht is weet ik niet. Ik stel het gevreesde telefoontje lafhartig uit tot maandag. Morgen -vrijdag- alweer een feestdag tenslotte, dus alles dicht. En dan een vrij weekeinde. Pas maandag moet iedereen weer aan de bak.
Aj, misschien kan ik beter tot dinsdag wachten. Dan is het chagrijn van de maandag wellicht wat weggeëbd…
Dit bericht delen op:
Sterkte met de afhandeling van dit ongeluk.
De vrije dagen zijn dan toch weer een geluk bij dit ongeluk.
Vrolijke groet,
Welke vrije dagen Rob? In elk geval niet de mijne, ik moet gewoon werken…..
Maar bedankt!
Je hebt toch ook wel een beetje met je buren mee geborreld ……
En anders gun ik jullie vrije dagen naar eigen keuze!
Vriendelijke groet,