Eigenlijk was ze al een beetje naar de achterkant van m’n geheugen geglipt; nieuwe woonstek, nieuwe ‘cave’ nietwaar. Maar gisteravond kwam er ineens een kersverse promospot voor Corsica voorbij op BFMTV. En hoppa! Daar was ze weer, madame Malvoisin. Een klein gedecideerd dametje met een pruikig donkerbruin geverfd krullenkapseltje en een veel te grote donker gemontuurde bril met vergrootglazen die ze middels het optrekken van haar wenkbrauwen tot op het puntje van haar neus kon laten zakken zodat ze er net overheen kon kijken als ze je serieus wilde spreken. Zij sloeg de kassa aan van de cave waar ik vele jaren vele hectoliters wijn insloeg. Geen topwijn, maar heel behoorlijk, en redelijk geprijsd, al vond een aantal dorpelingen hem toch nog te duur, maar die vonden alles te duur. Madame Malvoisin was niet van hier, dat zal ook wel meegespeeld hebben; zij en haar man kwamen uit het noorden, ergens uit de buurt van Montélimar. Nou ja, hij eigenlijk; zij was van Corsica, had hem ooit in Parijs ontmoet en was met hem meegegaan naar de Midi. Maar Montélimar wilde niet wennen: te noordelijk. Afzakkende échte noorderlingen voelen zich ter hoogte van die wereldbefaamde nougatstad al lang en breed in zuidelijke sferen, maar voor de echte zuiderling ligt daar een strikte grens met het barre noorden.
Corsica was voor monsieur Malvoisin geen optie, de Provence werd hun alternatieve thuis. Maar voor de lokale bevolking bleven ze buitenstaanders, ‘pas de notre’. Madame Malvoisin ging daar onder gebukt.
Niet alleen de zekere wetenschap dat ze er nooit echt bij zou horen bedrukte haar, ook het feit dat ze haar (klein)kinderen amper zag legde een grauwsluier over haar bestaan in het zonnige zuiden: “Ils ont leur propre vie, et nous la notre.” verzuchte ze als ik naar hun bestaan informeerde, waarvan ze me in een openhartig moment deelgenoot had gemaakt. Op zeker moment vroeg ik er maar niet meer naar, zo gaan die dingen.
Madame Malvoisin waterschilderde haar droefenis van zich af. Ze hoopte op erkenning, een expositie, al was het maar in de ‘salle polyvalente’, het zaaltje waar normaliter de bingoclub bijeenkomt, de bejaardensoos resideert en de naschoolse peuteropvang plaatsgrijpt. Die expo is er voor zover ik weet nooit gekomen. Er hing wel wat werk van haar achter de kassa in de cave, maar daar probeerde vrijwel de gehele clientèle zo onopvallend mogelijk langsheen te kijken. Ik geloof wel dat het omzetbevorderend werkte, je pakt al gauw een flesje extra mee als je snel en zonder huisvlijtelijk kunstwerk weg wilt komen.
Ik deed niet anders. Tot ik op zekere dag de mij vertrouwde ‘fontaine’ wilde afrekenen en vanuit het transistorradiootje (jawel, die bestaan hier nog) achter de kassa een prachtig lied over Corsica hoorde doorkraken.
“Mooi lied” zei ik tegen madame Malvoisin, die worstelde met de kassakaartjeslezer die zoals gewoonlijk een zuidelijk tempo aanhield. Ze keek op. Achter de enorme brillenglazen zag ik haar ogen wegzwemmen in heimwee en hartesmart. “U moest de clip eens zien” kwam het antwoord bibberig haar volgekropte keel uit, “les larmes au yeux!” Ze snikte heel zachtjes, schokschouderend, terwijl ze m’n klantenkortingskaartje afstempelde.
Wat doe je dan? Inderdaad. Ik wees ter afleiding een willekeurig doekje aan de cave-wand aan en vroeg naar de prijs. En zo kwam ik in het bezit van het allerlelijkste waterverfje dat ik ooit heb aanschouwd.
“Korting bij de cave gekregen?” vroeg de echtgenoot cynisch bij mijn thuiskomst.
“Kop dicht”, monkelde ik, en schoof het kunstwerk ‘La Corse en été’ zo ver mogelijk achterin de grote ‘armoir’ die als linnenkast dienst doet.
Nooit meer aan gedacht, aan madame Malvoisins kunst. Tot gisteravond die reclamespot voor Corsica over de beeldbuis gleed, met uitgerekend dát lied als soudtrack. Ik heb – eindelijk – het youtubeclipje van het originele nummer opgezocht. En ik snapte madame Malvoisin ineens heel goed: les larmes aux yeux. Hou het zelf maar eens droog bij zoveel nostalgie: http://bit.ly/1JtIPAD
Ik ga dat kladschilderwerkje toch maar eens ophangen. Ergens.
Les larmes aux yeux
Dit bericht delen op:
Hi Renée, helemaal mijn muziek, doet me denken aan de fado’s, wat een sfeertje.
Bedankt,
Jacqui.
We ‘dansen’ blijkbaar op dezelfde muziek Jacqui. Merci.
Ach, wat mooi… en nu ben ik wel benieuwd naar dat schilderijtje ;-)
Eerlijk Dina, ik heb me suf gezocht, maar ik kan het sinds de verhuizing niet meer vinden. Het moet ergens zijn, dat weet ik zeker en ooit vind ik het terug in alle rommel die nog staat opgeslagen. Dan maak ik meteen een foto voor je. :-]