Bijgeloof

do 16 februari 2017

schermafbeelding-2017-02-16-om-19-10-28

“Prachtig weer morgen”, beloofde het weerbericht van gisteren, “en vannacht niet kouder dan 8 graden. De temperaturen zitten ruim boven normaal!”
Dat viel vies tegen vanmorgen vroeg; de thermometer in de serre wees 2 graden aan, de autoruiten hadden ijsgordijntjes voorgeschoven, en mijn humeur kelderde prompt tot onder het vriespunt. In koude kaplaarzen (die hadden per ongeluk buiten overnacht) en met m’n geduffelde mottenballenjas tot aan de oren dichtgeknoopt stampte ik het ochtendrondje achter de honden aan.
“Een dag die zó begint, kan alleen maar verder fout gaan”, chagrijnde ik tegen de echtgenoot.
“Heb je haar weer met d’r bijgeloof”, schamperde hij terug.
Niet veel later viel het internet op het thuiskantoor uit. Volgens de standaardmededeling die Orange dan uit je telefoon laat tetteren (dat kan dus blijkbaar wel, terwijl ík niet kan bellen of internetten) is er een probleem met de verbinding: “Trek de stekker van de livebox eruit en plug opnieuw in, als het probleem aanhoudt, neem contact op met de technische dienst.” Maar de vaste lijn is dood, en via je mobieltje krijg je de mededeling dat je op de website moet kijken, en die is vanzelfsprekend onbereikbaar. Dus voor onbepaalde tijd gedoemd duimen te draaien. Chomage technique, zoals ze dat hier zo mooi noemen, technische werkloosheid.
‘Zie je wel’, dacht ik, ‘wat nou bijgeloof’.
Buiten hoorde ik de echtgenoot op het terras rommelen, ik ging kijken. En zag dat hij bezig was de terrasstoelen uit hun winterslaap te slepen. Niet zonder reden, de zon was intussen omhoog gekropen en het begon verdacht snel warmer te worden.
“Ha”, zei ik enthousiast”, dan pel ik de eettafel wel uit z’n jas.” ’t Is oud hout, dat moet ’s winters ingepakt. Ik had de ducktape nog niet van de lap beschermplastic afgetrokken of er schoof een wolk voor de zon.
“Zie je wel!” riep ik gefrustreerd.
Hij verklaarde doodleuk dat we buiten zouden lunchen. Hij kreeg gelijk; de internetstoring hield aan, de zon ook. Tja.
En dan raak ik in de war. Want volgens de streng gereformeerde opvoeding die ik genoten heb, bestaat het hele leven uit schuld & boete: beleef je iets leuks, dan kun je er de donder op zeggen dat er iets naars op volgt. Mooie weersvoorspelling? Mooi niet, rotweer! Ruim op tijd om een deadline te halen? Gaat niet lukken, internetstoring. Lekker genieten van een zonnige voorjaarslunch dan maar? Had je gedacht. Ho, wacht, die ging zomaar wèl door. Al was het op het randje, want toen ik binnen m’n zonnebril ging halen dreigde er opnieuw een zonsverduistering, maar de wolken dreven over.
“Raar”, peinsde ik hardop, “dat geloof heb ik allang een schop onder z’n kont gegeven, maar helemaal wegslijten doet het nooit; ’t blijft hangen als bijgeloof.”
“Nou…”, vond de echtgenoot, “ik zou het eerder doemdenken willen noemen. Als jij ’s morgens wakker wordt en ‘unruhe’ roept, kun je er vergif op innemen dat er die dag van alles mis gaat.”
Dat is waar, ik schijn dat te voorvoelen. Net zoals ik vaak weet wie er belt nog voor de telefoon gaat, of dat er een beroemdheid dood is omdat ik daar zomaar ineens aan moest denken, of dat ik vlak voordat de stofzuiger ontploft denk ‘die ontploft straks’ (waar gebeurd) maar ja, dan is het al te laat.
“Dan kun je toch ook de juiste lottocijfers wel voorspellen”, werd er getreiterd.
“Zou kunnen, maar je hebt er zo weinig aan als je pas weet welke balletjes winnen als ze bezig zijn te vallen.”
De zon hield er op dat moment weer mee op.
“Mooi geweest, we gaan aan het werk”, riep ik monter.
“Dus we hebben weer internet?”
“Zo voelt het”, wist ik zeker.
En zo was het.
“Speelde jij niet mee in de Staatsloterij?” vroeg de echtgenoot pesterig terwijl hij z’n bureaustoel aanschoof. “Nou, je hebt niks gewonnen.”
“Hoe weet jij dat?” vroeg ik verbaasd.
“Voel ik aan m’n theewater.”
Ik keek op m’n computerscherm, mail van de Staatsloterij. Inderdaad, niks gewonnen. Maar ja, dát wist ik natuurlijk allang.

8 gedachten over “Bijgeloof”

  1. Schitterend is dat … ik vind het soms best griezelig. Ik zei vandaag nog “raad eens wie er nog niet gemaild heeft” waarop we beiden direct – ja, ook tijdens de middaglunch op ons terras – ‘pling’ hoorden en het mailtje van de desbetreffende persoon binnenviel!

Laat een reactie achter

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

Of reageer met je Facebook account

Scroll naar boven