‘Het zal niet waar zijn!’ dacht ik toen ik de Nederlandse kranten doorbladerde en op een bericht in NRC stuitte dat me bijna hardop deed vloeken. Ik hield het binnensmonds, maar de ergernis was er niet minder om. “Waarom het ‘oubollige’ jeu de boules opeens weer hip is” stond er boven het artikel, waarin werd uitgelegd dat horecazaken ‘de sport met het stoffige imago’ gebruiken om jongeren te trekken. Want “alle knullige dingen worden weer hip.”
Pardon? Jeu-de-boules knullig? Oubollig? Stoffig? Je moet toch wel een enorme Hollandse hufter zijn om dat de wereld in te werpen. Dat bleek aardig te kloppen. Eén van de geïnterviewden – een ‘ondernemer’ – bleek 15 jaar geleden eens een (waarschijnlijk plastic wegwerp) balletje te hebben gegooid op een camping en leek meer geporteerd van de uitgebreide menukaart en de speciaalbieren die er naast de geheel vereigentijdste boules-baan werden geserveerd. Hij was een van de circa duizend bezoekers die op de opening van het Rotterdamse ‘Mooie Boules’ was afgekomen. Acht jeu-de-boules-banen, hippe horecavoorzieningen.
Vergelijkbare uitspanningen zijn inmiddels ook te vinden in Amsterdam, Groningen en Utrecht.
En waaróm is het aloude Provençaalse balspel – dat we hier overigens pétanque noemen – ineens hip? Ook dat stond in dat krantenstuk. Omdat de hipstergeneratie zich verveelt. Ik citeer maar weer: “Deze groep wil niet alleen in een kroeg staan en drankjes drinken. Ze willen ook iets doen.” “Gewoon een balletje gooien met een biertje erbij.” “Iedereen kan het.”
O ja? Dacht het niet. Tuurlijk, iedereen kan met het biertje in de ene en een balletje in de andere hand al ouwehoerend een werpbeweging maken en met een beetje mazzel nog binnen de baan blijven ook. Gezellig! Maar met jeu-de-boules oftewel pétanque heeft het niks te maken. Zelfs de papies (de oude van dagen) hier op het dorp maken er meer werk van en werpen geconcentreerd en vaak ook heel volleerd (wat wil je, na een leven lang oefenen) hun zware metalen boules naar de cochonnet, het houten doelballetje. Zeker, er wordt op het dorpspleintje een glaasje bij gedronken, doorgaans pastis, maar pétanque is zeker geen naast-de-kroegspelletje dat je lichtzinnig kunt opnemen, het is een bloedserieuze sport die bovendien op topniveau wordt beoefend. Er zijn zelfs speciale pétanque-scholen. Het is de elfde sport van Frankrijk met 298.151 officiële beoefenaars in eigen land, plus zo’n 600.000 in 165 landen wereldwijd. Die tegen elkaar uitkomen in lokale, nationale en internationale competities, Europese en wereldkampioenschappen. Een topsport, op een haar na Olympisch bovendien (lees hier maar, weet je meteen alles over pétanque) als tijdgeestgeile bobo’s niet hadden besloten dat breakdancing het in 2024 maar eens op de Olympische Spelen in Parijs moest gaan proberen. Iets met verjongen en verhipsteren en zo. Die lui zullen zich inmiddels wel achter de oren krabben, nu jeu-de-boules ineens héél hip blijkt te zijn.
Maar goed. In Nederland is jeu-de-boules dus van de camping verschoven naar de kroeg. De Nederlandse Jeu de Boules Bond is er blij mee en hoopt op meer leden die de sport serieus gaan nemen en niet alleen als gezellig uitje zien. Ik schat de kans niet zo groot, als ik de uitsmijter van dat NRC-artikel lees, een quote van een Rotterdamse arts: “Alle knullige dingen worden weer hip. Wij zijn laatst ook gaan curlen. Dat bleek heel leuk te zijn.”
Mooi zo. IJspistes zijn hier in Zuid-Frankrijk dun gezaaid.
Dit bericht delen op:
Nou is het op zich niet zo raar hoor, een horecavoorziening met een jeu-de-boules baan. Al in de 16e eeuw hebben veel herbergen in Holland de beschikking over een kegelbaan. Als voorbeeld dat ik zelf tegen kwam bij onderzoek in Zoetermeer was de herberg De Rode Leeuw. Zie als voorbeeld het schilderij van Jan Steen https://nl.wikipedia.org/wiki/Kegelen_(spel)#/media/Bestand:Jan_Steen_-_Skittles_Players_Outside_an_Inn.jpg
In de 18e eeuw hadden veel herbergen een kolfbaan. Kolfen was een soort ‘golf’, wat trouwens een Nederlandse uitvinding is en al onder de Graven van Holland bekend was. Een voorbeeld van een kolfbaan is https://archief.amsterdam/stukken/sport/kolfen/index.nl.html
Natuurlijk is dat niet raar Arie. Hier hebben veel dorpen een eigen ‘cercle’ (boules-club) met bijbehorende horeca. Het ging mij om het dedain en de arrogantie van die hipsters. Intussen dank voor het verhelderende geschiedenislesje. Altijd leuk om zulke dingen te weten te komen. Merci.
Dat was duidelijk hoor. Maar ik koppelde even historisch.
Net als ik (als je op de link in het stukkie klikt). Tot aan de Grieken en de Romeinen toe! ;-
Helemaal to the point!
Jij bent vast liefhebber ;-]
Ik vraag even je aandacht voor de pastis, nu de dagen weer die temperatuur hebben hier (NL) dat je met goed gevoel een pastis kunt drinken. Mijn slijter heeft alleen de Ricard versie in voorraad en ik herinner me dat dat er vroeger meer waren. Mijn vraag is of er kwaliteitsverschil is en welke onderscheiden zich. Wiki geeft er een hele rij.
dank he …
Nou René, en of er heel wat meer zijn. Kijk hier maar, weet je meteen alles: https://kijkzuidfrankrijk.com/site/2017/08/23/pastis-a-la-gloire-du-petit-jaune/