Ik weet ook wel dat het nu niet zo’n goed idee is om over vakantie te beginnen. Maar ik herlas van de week ‘La Gloire de mon père’ en dacht: laat ik dit toch even opschrijven. Kijk, ik was in Aubagne verzeild geraakt, die op zich best aardige stad (45.000 inwoners) bij Marseille om de hoek. Het hoofdkwartier van het ‘Légion Etrangère’ (Vreemdelingenlegioen), het Franse leger van huurlingen, dat nog altijd en dan vooral in Afrika wordt ingezet. Er zijn mooie boeken over geschreven, maar ik associeer Aubagne toch liever met de beroemdste schrijver en cineast van de Provence, Marcel Pagnol (1895-1947), die er zijn jeugd doorbracht en er naar eigen zeggen ‘de mooiste dagen van zijn leven sleet’. En stiekem toch ook wel met de heel nabij gelegen Mont Garlaban, want die berg levert een eau-de-vie die wereldwijd een hele reputatie geniet. Dat snap ik wel.
Pagnol schildert in ‘Le Château de ma mère’ en ‘La Gloire de mon père’ met verve het unieke decor waarin het zich allemaal afspeelt: verstilde dorpjes waarvan de daken zinderen in de zomerzon, terwijl in de nauwe straatjes geen straaltje licht het hobbelige plaveisel bereikt. Doorstoofde dennenbossen, Het intense parfum van tijm, van rozemarijn. Talloze locaties uit de films en boeken van Pagnol zijn nog altijd terug te vinden in de huidige Provence, al hebben ze niet altijd de tand des tijds doorstaan.

Volg het voetspoor
Het kasteel uit ‘Le Château de ma mère’ (Château de la Buzine https://labuzine.com/fr) is er ook nog, al is er nu het Maison des cinématographies de la Méditerranée gevestigd waar je uiteenlopende exposities kunt bezoeken.
Het Marseille van ‘café de la Marine’ uit ‘Marius’ en Fanny’ bestaat niet echt meer, het café zelf ook niet trouwens, en Aubagne is jammer genoeg zo’n beetje aan Marseille vastgegroeid. Maar er is nog heel veel dat een excursie in de voetstappen van Pagnol méér dan rechtvaardigt.
Van een eenvoudige rondleiding van een uurtje tot en met een dagmars langs alle markante Pagnol locaties in de wijde omgeving. Meer info: klik hier. Al moet je voor Pagnol’s verfilmde tweeluik ‘Jean de Florette’ en ‘Manon des Sources’ iets verder weg: die werden vooral opgenomen in de Vaucluse.
Je kunt trouwens ook het ‘Maison natale de Marcel Pagnol’ bezoeken, dat tot museum is omgetoverd: 16 cours Barthélemy in Aubagne.
Goed. Het zijn allicht tipjes voor volgend jaar, als corona hopelijk een kopje kleiner is gemaakt. Maar als je hier woont, of hier toch toevallig in september en/of oktober bent; dit zijn de ideale wandelmaanden.

Uit eten:
L’Effet Mère, 40 Ave. des Goums, +33 (0)6 64 39 15 34.
Crêperie L’Albizia, Chez Ed & Oli, 11 Place Joseph Rau, +33 (0)6 51 97 57.
La Table de Voltaire, 12 Cours Voltaire, +33 (0)4 42 83 18 84.