Vleertje, mon amour

di 16 mei 2023

Door Renée Vonk-Hagtingius

Wat me steeds beter bevalt, is dat bijna iedereen me een raar mens vindt. Dat ik bij het ontbijt op zondagochtend altijd een cd met Gregoriaanse gezangen laat afspelen, wordt als afwijkend gedrag gezien en zo zijn er nog wel een paar favoriete gewoontes waardoor ik als niet-toerekeningsvatbaar afgestempeld word. Bevalt best goed.

Van de week was het weer raak. In de krant een heel verhaal over de sloop van een oud gebouw in Nice, de Acropolis. Moet weg, ze willen er ruimte voor een ‘groene long’. Gedoe allemaal weer, het kan me weinig schelen, wat heb ik met Nice, maar toen las ik dus dat er in die Acropolis vleermuizen wonen. In het Frans heten ze chauves-souris. Beschermde zoogdiertjes en ik ben een fan. Ik zou zelfs best wel hun ambassadeur willen zijn. Bij mijn huis in mijn vorige dorp stond een krakkemikkig schuurtje dat – ontdekte ik na enige tijd – een soort asielcentrum voor vleermuizen was. Elke avond kwamen ze als het donker was even gedag zeggen terwijl ik op mijn terras nog een – zo’n voor het slapen gaan –  glaasje rosé zat te drinken. Gevleugelde vrienden, dacht ik dan.

Soms ging ik zo tegen half negen ’s avonds wel naar dat schuurtje, ordinair nieuwsgierig. Hoe dat precies ging,weet ik niet meer, maar er was dan altijd een vleermuisje dat z’n kopje door het verbrokkelde raam stak. Echt elke avond. En ik mocht hem over z’n neusje aaien. Ik noemde ’m Vleertje.

Ik werd maar weer eens voor gek verklaard, welke krankzinnige heeft er nou een relatie met een vleermuis, en wist ik wel dat ze iets met enge ziektes hadden? Nee, en het kon me niks bommen ook. Er was een van die dieptrieste dagen die zelfs in de Provence bij een mensenleven hoort: er werd in mijn zwembad een verdronken vleesmuis gevonden. Vleertje? Ik weet het niet en dat is misschien maar beter ook. Zo gek als ik ben, hij heeft misschien wel aangevoeld dat ik ging verhuizen.

Ik woon nu zo’n beetje 60 km verderop, diep in de Provence Verte. Eergisteravond zo tegen half één in de nacht zat ik nog te nippen aan mijn slotglaasje, het was zo’n behaaglijke Provençaalse avond geweest, en ineens vloog er een vleermuisje langs mijn terras. Wist ik het zeker? Ja, nou en of! Al zie of hoor je ze amper.

Er overviel me iets van wat ze soms gelukzaligheid noemen. ’t Is vast onzin, maar ik wil graag geloven dat je een aardig mens bent als de chauves-souris bij jou hun kampement opslaan. Ik weet zeker dat er straks, als ik aan het begin van de nacht nog even buiten zit te prakkepeinzen, meer van die diertjes komen kennismaken. Ook in mijn tuin van nu staat een armoedig hokje waar ze zich vast ingekwartierd hebben en heel misschien komt het zover dat ik er eentje mag aaien.

Nee, dit gaat nergens over. Ik wilde alleen maar iets vertellen  over mijn heerlijke leven als raar mens en Provence. Vanmorgen nog een keer definitief voor idioot weggezet  toen ik dit verhaaltje aan de ontbijttafel opdiste. Op de tv werd er naar een herhaling van het songfestival gekeken. Wie is er hier nou gek?, vroeg ik. Ben buiten gaan zitten om stil naar het ochtendstondconcert van de vogels te luisteren. Vannacht komt Vleer.

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

Of reageer met je Facebook account

Scroll naar boven