(klik op de foto’s om ze te vergroten)
Nog voor ik Zuidoost-Frankrijk voor het eerst in levenden lijve bezocht, had ik er al mee kennisgemaakt. Hoe? Door het lezen van de grote klassieker van Victor Hugo, Les Misérables. Ik was veertien jaar oud, het ging om een verkorte versie, in Nederlandse vertaling (De ellendigen).
In de eerste hoofdstukken speelt een Monseigneur Bienvenue Myriel de hoofdrol, hij is bisschop van Digne-les-Bains, in de volksmond Digne (openingsfoto), in wat nu het departement Alpes-de-Haute-Provence heet. Toen hij zich er kwam vestigen, begon hij ermee het ruime bisschoppelijke paleis open te stellen voor ziekenzorg. Hij, zijn zuster en de huishoudster stelden zich tevreden met een paar bescheiden vertrekken die ze sober inrichtten. Monseigneur Myriel was begaan met het lot van de armen. Waar hij maar kon bood hij concrete hulp. Hij maakte zich daardoor bij de zielen waarover hij waakte bijzonder geliefd.
Op een avond bood hij onderdak aan een bandiet, genaamd Jean Valjean. De volgende morgen bleek hij spoorloos verdwenen, en was ook het tafelzilver weg. De bisschop deed geen aangifte, maar toen Jean Valjean kort daarop werd aangehouden en de politiebeambten bij hem het zilveren servies aantroffen, met daarop het familiewapen van Monseigneur Myriel, zag het er slecht voor hem uit.
De goede bisschop kreeg lucht van deze arrestatie. Hij liet de politiebeambten weten dat hij dat tafelzilver eigenhandig aan Jean Valjean had geschonken – waarop ze Jean Valjean weer lieten gaan. De dief was van deze barmhartige geste dusdanig onder de indruk dat hij zich bekeerde: hij werd een eerlijk mens.
Victor Hugo en de bisschop
Het schijnt dat Victor Hugo zich bij het schrijven van deze scène heeft laten inspireren door waargebeurde feiten. In het begin van de negentiende eeuw had Digne namelijk een bisschop die zich eveneens om het lot van de ‘ellendigen’ bekommerde. Monseigneur Bienvenue de Miollis nam bij zich in huis een ex-gedetineerde die door iedereen de rug werd toegekeerd. Sinds het lezen van die eerste hoofdstukken van Les Misérables heeft Zuidoost-Frankrijk bij mij altijd iets van een beloofd land van barmhartigheid behouden. Iets… Wat een grote schrijver niet allemaal vermag!
Al die kathedralen
Nu eerst even wat geschiedenis.
Het departement van de Alpes-de Haute- Provence (dat tot 1970 Basses-Alpes heette) is dun bevolkt. Van de vijfennegentig departementen van het Franse vasteland zijn er twee met nog minder bewoners. Toch heeft het Alpen-departement niet altijd onderaan dat lijstje gestaan. Waar je dat uit kunt opmaken? Uit het aantal kathedralen waar het zich op kan laten voorstaan.
Een kathedraal is een kerk waar een bisschop zetelt, het is daarom de hoofdkerk van een bisdom. Wanneer in het enkele departement van de Alpes-de Haute-Provence vijf kerken kathedraal worden genoemd, dan wil dat zeggen dat het ooit in evenzoveel bisdommen was opgedeeld. En dat was tot de Franse Revolutie inderdaad het geval.
Na die omwenteling, onder Napoléon, is men tot een nieuwe geografische indeling van de Franse katholieke kerk overgegaan, de bisdommen kregen dezelfde contouren als die van de nieuwbakken departementen. Wanneer een departement het grondgebied van meerdere bisdommen bestreek, werd een hiervan uitgekozen tot officieel bisdom, de andere werden opgeheven. Maar de oude bisschopszetels bleven de naam van ‘kathedraal’ bewaren.
De eerste kerstening
Digne werd uitgekozen als zetel van het diocees van de Basses-Alpes, maar de kerken van Sisteron, Riez, Senez en Entrevaux (foto) zijn ‘kathedraal’ blijven heten. Zuidoost-Frankrijk was in de tijd van de eerste kerstening een dichtbevolkte streek, erg Romeins van karakter, vandaar het grote aantal bisdommen. De rest van Gallië was verhoudingsgewijs leeg, de bisdommen die daar rond de vijfde-zesde eeuw werden gesticht omvatten veel uitgestrektere gebieden. Zo kwam het prerevolutionaire bisdom van Limoges geografisch gezien overeen met drie huidige departementen. Om een voorbeeld te noemen.
Weelde boven het herdersambt
Als de Alpes-de Haute-Provence dan maar over een enkel diocees mocht beschikken, dan is het naar mijn mening terecht dat het Digne werd. Ja, vanwege die goede bisschop die Victor Hugo tot voorbeeld strekte. Want niet alle bisschoppen waren zoals hij. De bisschoppen van Sisteron en Riez kregen het in het begin van de Revolutie (1789) flink met de lokale bevolking aan de stok. Ze werden ervan beschuldigd zich met uitzuigers van het volk in te laten. Of dit terecht was, is natuurlijk de vraag. Mensenmassa’s worden maar al te makkelijk opgezweept tot haat en laster. Het neemt niet weg dat in de laatste tijden van het ‘ancien régime’ de prelaten over het algemeen werelds machtsvertoon en weelde boven de nederige dienst van het herdersambt stelden. De bisschoppen van Sisteron, Riez, Senez en Glandève (Entrevaux) moesten wijken voor de revolutionairen, hun diocesen werden opgeheven.
Er moeten veel mooie dingen zijn gebeurd
Waarom zou je er trouwens zoveel bewaren in een streek die door de bevolking geleidelijk aan werd verlaten? Want de zon mag er dan volop schijnen, de diepe dalen, de hoge hellingen zijn er dor, stenig, onherbergzaam. De kleuren bruinpaars en grijsgroen overheersen. ’s Zomers bouwen de krekels er onzichtbare muren van lawaai, ’s winters kan het er ijzig koud zijn. In het blauw, boven, cirkelen adelaars rond… En toch, als ik daar rondloop, denk ik: in de twaalf-dertien eeuwen dat hier bisschoppen over het heil van de mensen waakten, moeten er veel mooie dingen zijn gebeurd. Misschien niet in de tijd van geestelijk verval van voor de Revolutie, toen de bisschoppen hun dagen het liefst doorbrachten bij hun adellijke verwanten in de stadspaleizen van Aix, in Parijs of aan het hof van Versailles. Maar daarvoor: daden van mededogen…
Mooie woorden trouwens, wie kent ze nog? Mededogen, barmhartigheid.
Uit eten
Bleu Cerise, 10 place de Général De Gaulle.
Le Victor Hugo, 10 boulevard Victor Hugo
Brasserie L’Étoile, 2 boulevard Gassendi.
Pizzeria Chez Nono, 74 boulevard Gassendi.
Caspar Visser ’t Hooft is schrijver, columnist en bedenker van de veelgelezen site www.schrijverinfrankrijk.nl met bijdragen van tal van geroemde auteurs.
Jawel hoor, ook in NL kent men het woord barmhartigheid. Ben net vertrokken uit Deventer, heb 18 jaar gewoond in de Barmhartigesteeg, in de binnenstad, geen verkeer en reuze stil. Een Eldorado, heerlijk wonen!
Bij het vermelden van mijn adres kwamen er altijd reacties en vragen.
Het had te maken Geert Grote en de Moderne Devotie. Een wandeling in Deventer “Moderne devotie in de 14e eeuw” gaat langs langs markante plaatsen van de beweging van Geert Grote. Geert Grote’s ouders sterven aan de Pest als hij 10 jaar is, hij woont dan in de “Bagijnenstraat” Hij wordt ernstig ziek maar hersteld. Dan sticht hij het Meester Geerts huis, de gemeenschap van zusters van het gemene leven, er mogen alleen arme vrouwen wonen. Hier begint de barmhartigheid van de zusters en geheel los van de Katholieke kerk!