Wintersport en het klimaat, dat debat, ik weet ervan, maar ik bemoei er maar niet mee. Ik ben niet zo van de wintersport, ik vind een blikje fris uit de koelkast halen al wintersport genoeg, maar het idee om zo’n skigebied in een aangenaam warm nazomerseizoen te bezoeken sprak me wel aan. Het werd Montgenèvre, en niet alleen maar vanwege de riante skimogelijkheden. Het plaatsje dat op de grens met Italië in de Hautes-Alpes ligt en in het Italiaans Monginevro heet, kent een rijke geschiedenis. Zo is het bijvoorbeeld diverse keren van Franse naar Italiaanse naar Duitse overheersing geschoven. De Franse rivier de Durance ontspringt er, het water van de Italiaanse Po komt er langs.

Dat deed Julius Caesar ook trouwens, in 58 voor Christus, en Hannibal, die hier de Alpen over trok. Sinds 1804 heeft Napoleon hier zijn eigen obelisk; hij werd tot consul voor leven benoemd. En verder kwamen de acteur Jean Gabin, de ontdekkingsreiziger Jean Cocteau en de zangeres Mistinguett er graag. Joop Zoetemelk won er de 10^e Touretappe van 1976 vanaf Le Bourg d’Oisans.

De charme van een vriendelijk bergdorpje

Maar we gingen de skicapaciteiten van Montgenèvre verkennen. Ik moet zeggen, die zijn niet mis! Zonder overdrijven kun je zeggen dat dit een van de mooiste en meest gevarieerde skigebieden van het zuiden is. Oké, misschien wat minder bekend dan de overige ski-oorden in de Hautes-Alpes en natuurlijk nog veel minder bekend dan de topklassers als Foux d’Allos en Isola 2000, maar Montgenèvre heeft toevallig wèl álles. Inclusief de charme van een vriendelijk bergdorpje, maar dan eentje waar werkelijk alles te vinden is voor een eigentijdse wintersportvakantie. En, minstens zo belangrijk, heel veel sneeuw dankzij de ligging op 1860 meter hoogte. Skiën kan zelfs tot op 2400 meter hoogte. Dan hebben we het over 200 km pistes met 37 skiliften. En dankzij de verbinding met het Italiaanse buurgebied loopt het aantal ski-bare kilometers op tot maar liefst 400 km en 91 skiliften. Zeg maar qua gebied van min of meer Briançon tot helemaal Sestrière en Sauze-d’Oulx aan toe.

Ook buiten het skiseizoen van alles te beleven

Dat hebben we allemaal te danken aan de (militaire) École du ski français de Briançon en de Club Alpin Français, die in 1906 vonden dat de lokale bevolking wel wat meer enthousiasme mocht opbrengen voor de lange latten, zoals in Zwitserland, waar de sport al razend populair was terwijl hier alleen notabelen en gegoede burgers zich geïnteresseerd toonden. Er werd een concours georganiseerd en zowaar: er kwamen deelnemers uit heel Frankrijk, Italië, Zwitserland, Oostenrijk en Noorwegen op af. Ze denderden in een halsbrekende afdaling met zo’n 60 km per uur de berg af, gadegeslagen door ruim 3.000 toeschouwers die op het ongekende spektakel waren afgekomen. Montgenèvre had zijn reputatie als skioord officieel gevestigd.

Bon, niet verkeerd kan ik u verzekeren. Tegenwoordig is er behalve afdalingsspektakel echt voor iedereen wat wils in Montgenèvre. Van crèches en kinderklasjes tot école de ski en zwarte pistes voor gevorderden. Bovendien is het een alleraardigst dorpje en valt er ook buiten het skiseizoen van alles te doen. Wandelen, natuurlijk, maar ook een – voor mij in elk geval – angstaanjagende afdaling maken per ‘luge’, zeg maar droogsleeën langs een monorail. Misschien moest ik maar eens gaan leren skiën. Meer informatie: www.montgenevre.com