Ingrediënten
- 2 stronkjes witlof
- 2 rijpe peren
- 100 gram blauwe kaas (roquefort, bleu d’Auvergne, fourme d’ambert, o.i.d.)
- 150 gram verse, zachte geitenkaas
- paar kerstomaatjes
- handje walnoten (facultatief)
- paar takjes platte peterselie
- 1 theelepeltje mosterd
- 3 eetlepels olijfolie
- 1 eetlepel balsamico-azijn
- zout, peper
Bereiding
Snij de kontjes van de witlofstruikjes en haal de blaadjes van elkaar; gooi de buitenste bladeren weg en was de rest in de slacentrifuge, sla ze droog en verdeel over de borden met de holle kant naar boven.
Schil de peren, verwijder het klokhuis en snij het vruchtvlees in dunne plakjes, bedek de bodem van de witlofblaadjes ermee.
Verwijder de steeltjes en hak de peterseliebaadjes fijn.
Doe de mosterd, de olijfolie, de azijn en peper en zout naar smaak in een ruime kom en klop er een vinaigrette van; net zo lang kloppen tot er een stevige emulsie ontstaat. Prak de geitenkaas fijn, doe die erbij en meng alles tot een zo glad mogelijke massa, meng er de fijngesneden peterselieblaadjes door. Verdeel over de witlofblaadjes/perenplakjes. Haal eventueel de korst van de blauwe kaas, snij die in blokjes, en strooi er eroverheen. Voor wie van een knapperig accent houdt: hak de walnoten fijn en strooi die er ook overheen. Versier met een paar in tweeën gesneden kerstomaatjes. Geef er dun gesneden stok- of boerenbrood bij.