Nog gauw een stedentripje? Vieux Nice!

do 28 september 2023

Door Rémi de Ridder m.m.v. Raoul Duchemin

Als je in die stad bent, ga je onvermijdelijk naar le Vieux Nice, het historische en meest toeristische hart van ‘la capitale’ van de Côte d’Azur. Wie er woont heeft het liever over ‘la vieille ville’, of in het plaatselijk dialect ‘vièra vila’. Zo ongeveer elke straatje, steegje en pleintje getuigt van een geschiedenis die met Italië verknoopt is.

Place Rosetti

Ja, het nabijgelegen Italië. Hoe ver is het? Kilometertje of veertig. En dan speelt ook en vooral die gemeenschappelijke historie. Niet dat Nice ooit Italiaans is geweest, zoals vaak beweerd wordt. Italië bestond nog helemaal niet toen het graafschap Nice zo’n 160 jaar geleden door het soevereine Huis van Savoie en Piëmont aan Frankrijk werd overgedaan.

Place Garibaldi

De meest Italiaanse stad van Frankrijk

Heel verhaal, die geschiedenis die zo ongeveer in 1388 begon. In de praktijk had Nice een paar eeuwen méér met Piëmont en Ligurië te maken dan met de Franse Provence. Dan is het zo gek niet dat Nice nog altijd de meest Italiaanse stad van Frankrijk is. Zie je al meteen op die Place Garibaldi, vernoemd naar de bewierookte avonturier Giuseppe Garibaldi, Niçois van geboorte (1807) die van Italië een eenheid smeedde. Op die Place Garibaldi denk je onwillekeurig aan wat die legeraanvoerder en staatsman ooit gezegd zou hebben: ‘Ik ben geen Italiaan, geen Fransman, maar een Niçois’. Om te onderstrepen dat Nice toch echt apart is. En dan heb je dus de schrijver Alexandre Dumas die in 1851 noteerde dat Nice ‘in principe een Engelse stad is, waarin men af en toe ook iemand van de oorspronkelijke bevolking kan tegenkomen’.

Tram

De treinen bleven buiten de stad

Eredivisie flauwekul, waarschijnlijk vertoonde de gelauwerde auteur zich nooit in Vieux Nice. Zoals de Britse en Russische adel, die halverwege de negentiende eeuw plat vielen voor de klimatologische charme van de Côte ‘en hiver’, hun neus ophaalden voor de armoe in de trieste achterstandswijk die inmiddels is uitgegroeid tot de voornaamste attractie van de stad. In een overzichtelijk aantal magere straatjes en steegjes in een soort driehoek waar de klok sinds de middeleeuwen juist niet heeft stil gestaan was de voertaal tot zo ongeveer 1860 het Italiaans. Dat de wijk zijn authentieke karakter wist te bewaren, is op een rare manier waarschijnlijk mede te danken aan de destijds ultramoderne spoorwegen. De eerste treinen finishten in 1864 op een onbebouwd terrein ver buiten de stad. Daar lieten de buitenlandse aristocraten hun ‘palaces’ bouwen. Waardoor een verwarde man als Dumas ging denken dat Nice Engels is. Nooit in la veille ville geweest. Waar juist en vooral de Italianen de sfeer gingen bepalen.

‘Transalpines’ bepaalden de sfeer

Ik heb wat cijfers opgezocht: in 1914 woonden er 30.000 Italianen in Nice, op een bevolking van 143.000. Een krant uit die tijd berichtte lovend over hen, die ‘Transalpines’: dociele en harde werkers! Ze namen hun intrek in de oude wijk waar de vaak zonnig Provençaals gekleurde logementen allicht min of meer betaalbaar waren. Ze voelden zich er thuis en bepaalden de sfeer. Ze hadden – gelukkig maar – geen belangstelling voor ‘vernieuwbouw’. In een latere fase kwam het massatoerisme op gang en Vieux Nice werd zo’n ‘niet te missen’ voor de talloze nostalgici maar óók de jongeren onder de buitenlandse bezoekers van de stad. Waren ze nou in Frankrijk of in Italië? In de wijk verstonden ze de tijdgeest. Restaurantjes, galerietjes en modeboetieks vestigden zich in de vaak reumatisch of misschien romantisch kromgetrokken pandjes uit de zoveelste eeuw. Ze kregen een nieuw verfje en hadden al elektrisch licht.

Place Rosetti

Altijd doorlopen naar de Place Rossetti

Na de Place Garibaldi ging ik – zoals het betaamt – eerst naar de beroemde markt op de Cours Saleya, niet ver lopen. Alleen door een muur en de weg gescheiden van de zee. Groenten, bloemen, kaas, noem maar op, en op maandagochtend antiek en brocante. Onmiskenbaar een mediterrane ambiance, ofschoon afdingen niet op prijs wordt gesteld. Talloze terrasjes, maar over het algemeen worden die – niet alleen om prijstechnische redenen – afgeraden voor een lekkere lunch of een pizza. Je kunt beter even doorlopen naar de Place Rossetti, onmiskenbaar het hart van de wijk. Dankzij de 17e eeuwse kathedraal Sainte-Réparate die gewijd is aan de heilige martelaar van de stad. De kerk, gebouwd tussen 1650 en 1699, wordt bekroond door een koepel met veelkleurige dakpannen en is versierd met een gevel die in 1980 opnieuw geschilderd werd. Binnen vind je er weelderige barokke kapellen, de sacristie is van houtwerk uit de 18e eeuw en er zijn relikwieën van de heilige Alexander die vaak aanbeden werd (en wordt) in tijden van droogte.

Colline du Château

Nice staat voor ‘zegenrijk’

Ik slenterde door de Rue Droite, de Rue de la Préfecture, de Rue Saint-Augustin. Er waren die dag nog niet zo heel veel toeristen. Ik passeerde restaurants en terrasjes, boetieks en galeries die zich vaak met ‘Italian design’ afficheerden. Maar als je door straatjes en steegjes loopt, is het eigenlijk spannender om omhoog te kijken. Er hangt wasgoed te drogen en mensen uit het raam. Die je gedag zeggen of zich naar binnen keren om hun huisdier terecht te wijzen.

Ik vond: ik moet ook naar de Colline du Château. Lopend best te doen, paar honderd meter de hoogte in. Een park rond wat ooit de citadelle, de burcht, was. Je weet het niet, het kan ook wel ‘fake news’ zijn, maar iets van 400.000 jaar geleden zouden er al nederzettingen bij het huidige Nice hebben bestaan. Ook die lui van toen hadden kennelijk al in de gaten dat het aan de Côte goed toeven is. In de vierde eeuw voor Christus kwamen de Grieken langs en die stichtten Nikaia, vernoemd naar hun godin van de overwinning Niké. Dat staat voor zegenrijk. Al snel werd het toenmalige Nice een van de drukste handelsplaatsen aan de Liturgische kust. Dit terzijde.

La cuisine Nissarde

Je zou kunnen verdedigen dat Nice inderdaad al eeuwen overwint. Vanaf die colline heb je een werkelijk subliem uitzicht over de stad en dan vooral over Vieux Nice en La Grande Bleue.

Socca

Er zijn vier specialiteiten die onlosmakelijk met Nice verweven zijn:

  • Socca: een soort hartige pannenkoek van kikkererwtenmeel water en olijfolie. Het recept is uit Noord-Italië komen overwaaien.
  • Pissalardière: een pizza-achtige uientaart met ansjovis op basis van broodmeel. ‘Armeluisvoedsel’ uit de 14e eeuw.
  • La torta de blea: taart van snijbiet, pijnboompitten, rozijnen, parmezaan. Als dessert met suiker in plaats van kaas.
  • Pan bagnat: salade Niçoise op een hard broodje.
  • Salade Niçoise: tomaat, groene paprika, ui, tonijn, knoflook, selderij, hard gekookt ei, ansjovis. Altijd hevige ruzie over wat de ‘echte’ salade moet omvatten.

Maar ik zou geen hele vakantie in Nice willen doorbrengen. Een grote, drukke stad (350.000 inwoners) en de stranden (veelal grind) zijn niet je dát. Maar voor een weekeindje kun je nergens beter terecht dan in Nizza la Bella. Nog afgezien van de talloze musea twee landen in één en toch apart, de betovering van dat mediterrane, die verleidelijke en onweerstaanbare combi van toen en nu in Vièra Vila.

Uit eten

La cuisine Niçoise:

  • Chez René Socca, 2 Rue Miralhéti, +33 (0)4 93 92 05 73.
  • Olive & Artichaut, 6 Rue Sainte-Réparate, +33 (0)4 89 14 97 51. www.oliveartichaut.com
  • La Table Alziari, 4 Rue François Zanir, +33 (0)4 93 80 34 03.
  • Restaurant du Gesù, 1 Rue du Jésus, +33 (0)4 93 62 26 46.

La cuisine italienne:

  • La Voglia, 2 Rue Saint-François de Paule, +33 (0)4 93 80 99 16, https://lavoglia.com
  • À Buteghinna, 11 Rue du Marché, +33 (0)4 93 92 28 22, www.abuteghinna.fr
  • Chez Palmyre, 5 Rue Droite, +33 (0)4 93 85 72 32. Sinds 1926, Toscaans.

Verder aanbevolen:

  • Bistrot d’Antoine, 27 Rue de la Préfecture, sinds 1904, +33 (0)4 93 85 29 57.
  • Comptoir du Marché, 8 Rue du Marché, +33 (0)4 93 13 45 01.
  • La Storia, 1 Cours Saleya, +33 (0)4 93 80 95 07, www.restaurantlastoria.com, beste adres op de markt.
  • Peixes, 4 Rue de l’Opéra, +33 (0)4 93 85 96 15, vis en fruits de mer.

Vegetarisch:

  • Koko Green, 1 Rue de la Loge, +33 (0)7 81 63 14 88.

Kaas:

Crêpes en salades:

  • Le Trimaran, 13 Place Saint-François, +33 (0)4 93 80 09 35.

Aan zee:

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

Of reageer met je Facebook account

Scroll naar boven