(klik op de foto’s om ze te vergroten)
Altijd wat met die troubadours. Ga maar vragen in Roussillon in de Vaucluse, een van die ‘plus beaux villages de France’ met iets van 1.400 inwoners, zo’n beetje tussen de Luberon en de Mont Ventoux. Die mensen verhalen met graagte over Raymond Avignon (1075-1138), destijds Heer van Roussillon. Toen ie even weg was, begon zijn echtgenote Sermonde een verhouding met de minstreel Guillaume de Cabestan. Na thuiskomst ontdekte Raymond wat er allemaal aan de hand was en doodde zijn liefdesrivaal. Hij ging met Sermonde aan tafel en vertelde haar aan het eind van de maaltijd dat ze het hart van haar minnaar had zitten oppeuzelen. Geschokt stortte ze zich in het ravijn en sindsdien zouden de rotsen rond Roussillon bloedrood zijn.
Dat verhaal klopt natuurlijk niet. Al zijn er wel rode rotsen.
Een palet van kleuren
Wat wél waar is: Roussillon staat voor kleur. Ga maar kijken in de smalle straatjes, een soort palet op vaak prachtige gevels.
Is per saldo het resultaat van wat nu de Colorado Provençal heet, te midden van dennenbossen en wijngaarden, dat zijn ontstaan mede dankt aan de winning van oker in voorgaande eeuwen. Een fantastisch beschermd natuurgebied, met schitterende wandelroutes en bij Roussillon min of meer om de hoek.
Het brein van een eigentijdse kunstenaar?
Je stuit er op een onwaarschijnlijk en fascinerend maanlandschap van okergele vlaktes, knalrode rotspartijen en grillige staketsels die zó aan het brein van een eigentijdse kunstenaar ontsproten zouden kunnen zijn.
Toch is dit alles puur natuur. Nou ja, bijna. Want hoewel de Colorado Provençal inmiddels is uitgeroepen tot beschermd natuurgebied, heeft de mens wel degelijk een stevig handje geholpen bij de totstandkoming ervan. De ruim dertig hectaren die het gebied beslaat, waren ooit gewoon een wat woest begroeid berggebied.
Een lucratieve bodemschat
Tot werd ontdekt dat de grond een lucratieve bodemschat bevatte: oker, een gewilde kleurstof die tot op de dag van vandaag wordt gebruikt. Om beton en cement van een kleurtje te voorzien, als kleurstof in tegels, verf en rubber, maar ook in cosmetica en in de levensmiddelenindustrie (voor bijvoorbeeld het kleuren van worstenvelletjes, deeg en kazen).
Handzame stroompjes: mooi meegenomen
Oker dus. Het goedje werd gewonnen door het afgraven van de aarde waar de kleurstof in voorkwam. Oker en aarde werden gescheiden door flink te spoelen met water, en de oker daarna te laten indrogen in bassins. Mooi meegenomen dat er een aantal handzame stroompjes door het gebied liepen, met het riviertje de Doa – een zijriviertje van de Calavon – als belangrijkste watertoevoer.
De okerwinning begon in ongeveer 1871 en duurde tot 1990, toen de laatste bassins werden opgedoekt; ingehaald door de chemische industrie, die de kleurstof inmiddels perfect kon namaken, waardoor er steeds minder vraag naar de natuurlijke variant kwam.
Gewoon op zoek naar handel
Maar in die achterliggende eeuwen werd er genoeg afgegraven en in de aarde gewroet, om het huidige merkwaardige landschap te creëren. Niet doelbewust; men was gewoon op zoek naar handel. En de natuur heeft zeker een handje geholpen door de merkwaardige rotsformaties en grotten die door de afgravingen zijn ontstaan, verder bij te slijpen en uit te hollen. We mogen onze nijvere voorouders daarom dankbaar zijn voor hun noeste arbeid, waarmee ze ons een ongeëvenaard recreatiegebied hebben nagelaten.
Wandelen en fietsen
Door de Colorado Provençal voert een aantal fiets- en wandelroutes langs de mooiste plekjes en indrukwekkendste rotsformaties. Een deel van de wandelroutes sluit aan bij de GR6 (Grand Randonnée 6), één van de internationaal bekende wandelroutes die de hele regio PACA (Provence-Alpes-Côte d’Azur) met elkaar verbindt. Maar ook zonder Spartaanse dagmarsen valt er veel te bewonderen en te genieten, want er is voor iedereen wel een wandeling of fietstocht op maat te bedenken.
Een twee à drie uur durende (bos)wandeling bijvoorbeeld, de Colorado Aventures, die voert door het bos van Notre-Dame-des-Anges, maar die ook via soms akelig smalle bergpaadjes langs de mooiste canyons leidt, waarbij een oversteek via een touwbruggetje niet wordt geschuwd. Ook voor toer- en terreinfietsers zijn er adembenemende routes uitgezet, die met en zonder begeleiding kunnen worden afgelegd.
Een van de absolute hoogtepunten
De kortste route is niet langer dan ongeveer een kilometer, maar voert wel meteen naar één van de absolute hoogtepunten van de Colorado Provençal: ‘Les Cheminées des Fées’, een verzameling pittoreske rotsformaties bovenop de met pikhouwelen afgegraven berghelling van de ‘Chapeaux Pointus’, vlakbij Roussillon. Op weg naar de top ontdekt de wandelaar een ware caleidoscoop van kleuren, afgezet tegen de achtergrond van diep donkergroene dennenwouden en de azuurblauwe lucht van de Provence.
Bijzondere huizen
Ondertussen is Roussillon als een van die mooiste dorpen van het land, al een toeristische attractie op zich. Geen dorp met zoveel bijzondere huizen, vaak uit de 17e eeuw. In een gemeente die destijds al ook naam maakte met zijderupskwekerijen. Neem iets te drinken op het plein voor de mairie en de huizen er tegenover, dan weet je genoeg. En vanaf daar zou je kunnen beginnen aan een overzichtelijke wandeling op het ‘Sentier des ocres’, het okerpad. Beslist de moeite waard in de herfst als de hitte voorbij is.
Lunchen in Roussillon:
David, Le Clos de la Glycine, Place de la Poste, www.leclosdelaglycine.fr
Le Piquebaure, Ave. Dame Sirmonde, +33 (0)4 32 52 94 48.