Het armoede-offensief van de pompiers

di 12 januari 2016

11953234_10153660724167962_3762381161223301133_n
En ja hoor, daar waren ze weer. De sapeurs/pompiers met de jaarlijkse ellendekalender. Na de klop op de deur die mij even onverwacht als definitief van juist die ene mooie volzin beroofde waarop ik al een kwartiertje had zitten broeden, trok ik lichtelijk geïrriteerd de voordeur open en trof twee verlegen glimlachende jeugdige vrijwillige brandwachten in felgele alarmhesjes die ik – als het iets dichter bij Halloween was geweest – hoogstwaarschijnlijk verstrooid met een handje snoep had afgescheept. Evengoed duurde het tergende seconden voordat het tot me doordrong waarom die enthousiast blakende brandbestrijders bij mij op de stoep stonden. Le calandrier! Natuurlijk. Het jaarlijks terugkerende armoede-offensief waarvoor elke (lokale) overheid zich zou moeten schamen. Heel even dacht in nog aan de kalender van de Pompiers sans frontières, waarop een stel smakelijke macho’s figureren (zie foto). Maar die is op internet al sinds december uitverkocht en de kans dat ‘mijn’ pompiers ermee langs de deuren komen leuren is nogal onwaarschijnlijk. En inderdaad, het bleek het geijkte flutkalendertje met een onscherpe overbelichte foto van de hele equipe voor de brandweerwagen, waarmee geprobeerd wordt een grijpstuiver te vergaren om een minimaal extraatje te kunnen toevoegen aan het al te krappe budget waarmee de brandbestrijding in stand moet worden gehouden. Jawel, de staat betaalt voor de kerndienst maar bijvoorbeeld de opbrengst van ‘mijn’ kalendertje gaat naar het een beetje leefbaar maken van de kazerne, naar een extraatje voor de weduwen en kindertjes van gesneuvelde pompiers, naar een jaarlijks uitje. Tuurlijk, officieel nergens voor nodig, maar toch. Ik trok de knip en dokte. Ik kreeg er een originele handgeschreven kladblokjeskwitantie voor terug. Volgens vriend François die ik een dag later sprak dokte ik belachelijk teveel, maar ik voel me er minder lullig bij dan wanneer ik beleefd ‘non merci’ had gezegd en de deur had dichtgedaan.
Bovendien zitten er een paar vrienden bij die vrijwillige brandweer, je hoort weleens wat, en dat zijn niet altijd de leukste verhalen. Over die twee collega’s die door het vuur werden ingesloten en het niet overleefden. Over die oude dorpsgenoot die ze net niet op tijd in het ziekenhuis kregen; ze doen ook aan ambulancevervoer. Over – tuurlijk – die kat in die boom. En over die achterlijke, zogenaamde alarmtelefoontjes waardoor ze voor niks uitrukken en er, zeker tegenwoordig, onnodig paniek ontstaat, er weer een avond naar de kloten is en je uiteindelijk strak van de stress je bed intuimelt en niet meer in slaap kan komen. Ik heb zelf middenin een bosbrand gezeten. Ik heb de Canadairs zien overkomen. Ik heb ze zien oefenen hier, bij het Lac de Saint Cassien. En ik neem mijn petje diep af voor deze cowboys van de brandbestrijding, die er niet voor terugdeinzen om laag over boomtoppen scherend, een moeizaam opgeschepte lading water op een laaiende brandhaard te lozen. Maar laten we de landmacht ook niet vergeten. Zoals de pompiers die de brand bij de Monegasken hier op de berg blusten toen de buurpeuter het zwembad in plonsde, pa van schrik de barbecue omver liep en er door snel ingrijpen op het nippertje een grote bosbrand werd voorkomen. De zoon van de slager die uit z’n wrak moest worden gezaagd na een avondje stappen. Het bejaardentehuis waar de walmen al uit de ramen wolkten en dat nog net kon worden ontruimd nadat een ‘papie’ zijn matras in de fik had gerookt. En… Nou ja, die jongens (en meisjes) zijn nogal hard nodig. Dus komen er een paar langs met zo’n kansloos kalendertje, kóóp het dan. En als ze komende zomer bij de supermarkt behulpzaam je boodschappen – doorgaans verkeerd om – willen inpakken tegen een welkome vergoeding, láát ze. Je kunt ze zomaar ineens hard nodig hebben. En anders iemand anders wel.

16 gedachten over “Het armoede-offensief van de pompiers”

  1. Een paar jaar geleden stonden ze bij ons in de Bourgogne ook aan de deur. Dus ik ook lekker gedokt voor een, dacht ik, flutkalender. Maar groot was mijn verbazing toen ik bij een van de maanden een grote foto zag van mijn cabriolet waar ik een motorrijder frontaal op had gekregen.

  2. In de Vendée komt hetzelfde gegeven voor en ook ik dok met plezier; ik heb ze aan de gang gezien en petje af!
    Eigenlijk heb ik hetzelfde met de post. Mijn moeder stuurt nogal eens een brief waar ze – let op 88 jaar – letterlijk de postzegels over mijn naam plakt. Ze weten het: een brief uit Nederland in dit gebied met dezelfde postcode ( er zijn 4 gemeenten met dezelfde), komt altijd hier aan… soms zijn we weg en ook dat houden ze bij…. we hebben echt “onze postmevrouw”. Ook die krijgt een leuke fooi in december; goud waard! Ik weet dat het niet overal zo is..

  3. harry dubbelboer

    Helemaal mee eens;
    Maar dan ook nog de facteur en de krantenbezorger en de vuilnis ophalers waarvoor het eigen bedrijf via advertenties aangeeft dat zij daar niet het recht toe hebben. Ook nog een kalender van de bank, van het assurantie kantoor en de pharmacie en je ziet het rgenwoud slinken.
    Gelukkig nieuwjaar
    Groet
    Harry

    1. Ik beperk me tot de pompiers en de post Harry. De krant komt per post en de vuilnismannen komen niet verder dan de grote verzamelbakken onderaan de berg. De bank, het assurantiekantoor en de apotheek? Leg die kalendertjes maar op de balie. Jij ook een bonne année.

  4. Groot gelijk Renée, ze zijn goud waard en allercharmants.
    En die fantastische postmevrouw hebben wij ook 18 jaar gehad, alles werd door haar verzorgd, lettres recommandées, brieven met alleen onze namen en Cardaillac, ze lagen in de boîte, wij kenden alle verhalen over haar gezin en verwanten en zij kende onze kant.
    Maar plots stond ze huilend aan de deur, ze kwam afscheid nemen, en retraite en daarna was het afgelopen met de service.
    Een jonge meid stuift met volle vaart ons bergje op, remt zó hard dat ons zorgvuldig aangelegd afwateringssleufje regelmatig dicht zit.
    Ze komt meestal rond half 3, je zult een krant krijgen, heb je het nieuws allang gelezen en anders ga je je bergje maar af en haal je je krant maar beneden in het dorp bij de épicerie.
    Als ze alleen reklames heeft, of in haar optiek geen post van importantie, stuift ze met volle vaart langs.
    Wat ze niet durft, is de kalender aan te bieden, heb daar al 2 jaar op gewacht, zodat we de kans kregen ons ongenoegen te laten blijken.
    Enfin, blijft er meer over voor de pompiers, de foot, le 3e age en het kleine dorpsschooltje en het asiel en………
    Ik probeer steeds weer ergernissen te vergeten, maar mijn aard is nog altijd Nederlands en dat moet ik nog veranderen.
    Lig op het moment in het ziekenhuis, gisteren een knieoperatie gehad, dus veel tijd om te lezen en te internetten.
    Bisous,
    Jacqui.

    1. Allereerst Jacqui, beterschap en een bonne reconvalescente! Maar je hebt gelijk; na onze enige echte facteur is het naadje. Maar ja, die is er niet meer helaas. Intussen zijn we blij als we al drie kranten aan het eind van de week krijgen. Waar de rest gebleven is? Geen idee. Wellicht bij de amant onder het bed?

  5. Coco Dubbelboer Phoelich

    Hoop dat ze eens wat anders kunnen verzinnen dan altijd die kalender !? Verder betaal ik er ook graag fors voor wij hebben ze al twee keer echt nodig gehad ! Ze waren er heel snel en ze zijn zeer professioneel !
    Superservice ! Groet,
    Coco

Laat een reactie achter

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

Of reageer met je Facebook account

Scroll naar boven