Het mooiste nieuws van vandaag: een aantal rookwaren wordt zomaar ineens goedkoper in plaats van duurder! Ik heb meteen een mooie havanna opgestoken om het te vieren. Zeker toen ik begreep dat de minister van Volksgezondheid Roselyne Bachelot ziedend was over deze onverwachte ‘move’ van de tabaksindustrie. Ze wil nu meteen de belasting op onze dampertjes verhogen. Maar dan heeft ze nog een lange bureaucratische weg te gaan. Mooie paradox.
Ik moest vanwege Bachelot ineens weer aan wijlen Hans van Mierlo en zijn paradoxen denken.
Toen ik lang geleden nog in Nederland woonde, amuseerde ik me altijd kostelijk als hij weer eens een ‘paradox’ had bedacht; hij grossierde er als het ware in. Ik heb er zelfs eentje op mijn website gezet (zie http.www.vvmh.com)
Een paar jaar geleden zat Van Mierlo ineens met zijn Connie (Palmen) op het terras van mijn dorpscafeetje. Ik stootte Francis aan, een van mijn vrienden die -bepaald niet toevallig- óók alweer op dat terras zat: “Kijk, die man links was vroeger minister van Buitenlandse Zaken in Nederland”. “C’est pas vrai!”, fluisterde Francis verbaasd terug. Hij kon zich niet voorstellen dat een heuse Autoriteit ‘in het wild’ in ons gehucht rondliep. Het merkwaardige van Zuid-Fransen is: wetten & regels, zoals bedacht in Parijs of Brussel, daarvan trekken ze zich niks aan. Gelukkig maar, vind ik. Maar als zo’n wetgever zich persoonlijk vertoont, tja, dan lijkt het wel of zich een vorm van onderdanigheid aandient, die ik jegens overheden al ver voor mijn vertrek uit het vaderland had afgeschud.
Mevrouw Bachelot intussen, had het over de burger tegen zichzelf in bescherming nemen, en over een gezond leven ‘Ha!’, dacht ik, ‘en wie maakt uit wat een gezond leven is?’ Mevrouw Bachelot lust in elk geval een glaasje…. (zie foto)
Zoals vrijwel iedereen in mijn dorpje rook en drink ik. Naar de opvatting van de minister lijd ik een ‘ongezond’ leven. Maar in mijn dorpje begroeven we (tot de nucleaire neerslag van Tjernobyl – zie vorig bericht) nooit vrouwen, die de 80 jaar niet gehaald hebben. Ik weet uit eigen waarneming dat die dorpelingen rookten en dronken dat het een aard had. Bewogen ze? Ja, maar niet in een sportschool of zoiets. Ze steggelden hun steil oplopende dorpsstraatje op en af. Ze leidden een traditioneel leven en aten ‘klassiek’. Dat wil zeggen: olijfolie en vis. Sinds ik hier woon, doe ik niet anders. Ik rook (sigaren) en drink méér dan ik in Nederland gewend was. En ik voel me beter dan ooit.
Heel af en toe ben ik ‘s ochtends heel vroeg in het dorp. In ons cafeetje drinken de bouwvakkers en de herders dan een ‘rouge’ voor ze aan het werk gaan, mét een sterke espresso ernaast. Het laatste slokje wijn gaat in het koffieresidu; even de dag losroeren. Een uur of zeven. De echte drinkebroers nemen in plaats van die ‘rouge’ een ‘garlaban’, de verbeterde versie van de jenever. Met al die mensen gaat het goed.
Dus wie maakt uit wat gezond is? Ik denk er het mijne van en geloof oprecht dat ‘gezond’ leven vooral de zon, de olijfolie, de knoflook en de wijn impliceert. En vooral geen gezeur aan je kop. Laat mij dus gewoon mijn sigaartje smoren en mijn glaasje wijn drinken. Ik trek een lange neus naar wetgevers, die me die genoegens willen afnemen. De Franse paradox, althans de Zuid-Franse, is dat we hier alles doen wat ambtenaren en zorgverzekeraars verbieden, en dat we normaal gesproken toch oud worden. En als u hier zo meteen weer met z’n allen vakantie komt vieren, zult u zien dat we gelijk hebben.
Dit bericht delen op: