“Getver!” riep ik net iets te spontaan tegen het meisje achter de kassa van de cave waar ik om half negen ’s ochtends m’n quantum rosé voor de week kwam halen: “wat meurt het hier!”
Ze keek me niet begrijpend aan, maar dat doet ze eigenlijk meestal wel; ik heb altijd de indruk dat ik haar uit een lichte sluimering haal, zo afwezig reageert ze doorgaans. Nou is het meestal niet zo druk in de cave en voor de enkele dorpeling die zijn rantsoen komt halen hoeft ze niet echt klaarwakker te wezen: je haalt zelf je wijn naar keuze uit de enorme ruimte, de habitués tappen die ook nog eens persoonlijk uit de enorme inox vaten met een soort van tankstationslang in de meegebrachte plastic cubi en daarna is een opgeheven hand in het voorbij lopen naar de uitgang genoeg om een streepje achter de naam te zetten; eind van de maand aftikken.
Maar dit keer was het anders. Voor de enorme toegangsdeuren stond het zo ’s ochtends vroeg stampvol met trekkers die net hun laatste aanhangers met druiven in de kelder hadden geloosd. Op het voorplein zoemde een gezellig geroezemoes, boeren en plukkers uit de omgeving stonden met een plastic bekertje wijn in de hand dingen weg te happen die ongetwijfeld afkomstig waren van de barbecue die ik tegen de zijmuur ontwaarde. Toen ik beter keek zag ik zwartgeblakerde worstjes en onbestemde nog zwartere dingen die hun oorspronkelijke vorm in het vuur verloren hadden en die ik niet meer thuis kon brengen. Dáár kwam die putlucht vandaan! Sorry dat ik het zo zeg, maar verbrand varkensvet is niet bepaald m’n favoriete parfum. Het zou de ‘vendangers’ worst wezen, die hadden de halve nacht gewerkt en waren hard toe aan een ‘casse croute’ (hartig hapje) om een ‘creux’ (hongerklop) weg te werken.
‘Wijn halen en wegwezen!’ was m’n eerste impuls. Maar daar dacht het kassameisje anders over: “C’est le fin des vendanges”, zei ze monter, “vous êtes invité à l’apéro”. Ik vroeg me heel even af: l’apéro, dat doen we toch zo tegen midi en aan het eind van de middag? Hoezo: een apéro om half negen ‘s ochtends? Maar ja, zeg maar eens ‘nee’. In de anderhalf jaar die ik hier nu woon ben ik aardig met het dorp verknocht geraakt, en met de cave in het bijzonder. Uitstekende Provençaalse wijnen, een aantal met AOC (appellation d’origine controlée) voor meer dan schappelijke prijzen. En ze zijn hier allemaal zo aardig. Oké, niet iédereen, maar ik ken inmiddels toch flink wat mededorpelingen met wie ik prima kan opschieten. En die stonden hier óók die – zo te ruiken – oneetbare dingen weg te kauwen. Zoals de kroegbazin, de statige épicerie-meneer, de rooie van de tabac, en m’n hulp in de huishouding die ook bijklust tijdens de druivenpluk. Er werd al gewenkt en gezwaaid, tuurlijk ging ik een glaasje meedrinken. Vergeten waren de afgelopen weken toen om half vijf ’s ochtends met onwaarschijnlijke pokkenherrie de oogstmachines aan het werk gingen in de ‘mindere’ wijngaarden waar niet met de hand werd geoogst, de talloze trekkers met aanhanger die de nachten verstoorden om hun handpluk voor het ochtendgloren bij de cave te krijgen en waar steevast m’n honden op aansloegen. Hier waren blije mensen bijeen die het toch maar weer voor elkaar hadden gekregen om ondanks de droogte (vier maanden geen regen!) een oogst van het land te krijgen.
“En?” vroeg ik, “toch nog een goeie vendange?”
Er werd hier en daar gegniffeld, het meisje van de kassa keek glazig. Toen nam de kroegbazin me apart. “Kijk”, zei ze, “daar praten we niet over, je weet nooit wie er meeluistert, maar jou kan ik het wel vertellen: we hebben een schitterend jaar. Vanwege die droogte is de opbrengst misschien klein, maar wel van uitstekende kwaliteit. Door gebrek aan water zijn druiven klein gebleven, maar zeer geconcentreerd, dus met een flink hoog alcoholpercentage. Dat wordt dus geen bulkwijn, maar bewaarwijn!”
2017 zal hier als een uitstekend wijnjaar de boeken in gaan. Daar hebben we met z’n allen op geproost. Nog voor negen uur ’s ochtends, ’t was even wennen, zal ik maar zeggen. Maar die worstjes heb ik mooi links laten liggen. Mijn ‘creux’ had ruim voldoende aan de lucht.
Dit bericht delen op:
Ik zie het voor me en zou meteen hebben meegedaan. Volgende week eerst maar een weekje wandelen in de Beaujolais.
Daar heb je vast ook van deze feestjes. Plezier!
Ik heb juist Spanje doorkruist en ben nu in Granada. De droogte is hier nog een stuk erger dan in de provence.