Bizarre tijden

do 19 maart 2020

Tja, daar sta je dan voor je lokale cave. Op de vers uitgeprinte ‘attestation de déplacement’ had ik netjes aangekruist dat ik alleen de deur uitging voor ‘des achats de première nécessité’ voor het geval dat je op die anderhalve kilometer tussen thuis en het dorp zou worden aangehouden, maar de cave is dicht. Het briefje op het neergelaten rolluik laat er geen twijfel over bestaan dat men tot nader order ook niet meer open gaat. Terwijl ik wijn toch echt tot de eerste levensbehoefte reken. En de kans dat – zelfs al zou je willen – je hier iemand op minder dan een meter zou kunnen tegenkomen te verwaarlozen is. Er komt namelijk bijna nooit iemand fysiek langs in deze aan de dorpsgrens weggestopte wijnmakerij. De bulk van het spul gaat via de groothandel de wereld in. De particulier die hier zijn tankje uit de grote metalen cuves komt laten voltappen, of een flesje van betere kwaliteit inslaat, is een zeldzame verschijning; je moet het weten, dat dat kan. En alleen de locals weten dat. Dus om nou die anderhalve dorpeling uit ons piepkleine gehucht voor een dichte deur te laten staan… Maar intussen moeten we wel noodgedwongen naar de supermarché in de stad om een glaasje voor bij de maaltijd te bemachtigen. Met alle risico’s van dien.
Ik heb er inmiddels een ‘dodenrit’ met het boodschappenkarretje opzitten. Zelden zoiets bizars meegemaakt. Bij de rotonde voor de supermarkt stonden met mondkapjes en handschoentjes verzegelde gendarmes papieren te controleren, voor de ingang dobberden mensen in een lange rij met op elkaars enkels geparkeerde winkelwagentjes tot ze kluitjesgewijs toegelaten werden, om vervolgens afgeladen volgehamsterd een lange neus te trekken naar de wachtrij. Ja, er werd ook gescholden. Ik ben weggegaan. En op lunchtijd nog eens een kijkje gaan nemen. Geen gendarmes, geen rijen. Wel hier en daar lege schappen. Maar ach, een doormidden gehakte keukenrol doet het ook prima als toiletpapier. En er is niks mis met snelkookpasta, je moet er alleen even bij blijven.
’s Middags toch ook nog even naar het dorp. Voor de krant, een doosje sigaren bij de tabac. De épicerie en de bakker hebben het al opgegeven, het café is al sinds de lockdown dicht.
Ik had eigenlijk wel verwacht door de dorps-champêtre te worden aangehouden. Afgelopen zomer was ie uitermate actief met het uitdelen van zinloze vermaningen en boetes voor minimale overtredingen. In geen velden of wegen te zien, die veldwachter.
Voor de deur van de tabac stond een bescheiden rijtje; je mag maar met twee tegelijk naar binnen in het smalle pijpenlaatje, vanwege de verplichte afstand van 1 meter. Dat lukt: in de lengte dan, niet in de breedte. Moet je elkaar op weg naar binnen of naar buiten passeren, dan botsen de ellenbogen. Je ziet mensen schrikken. De tabagiste had zich vermomd in een blauw plastic schort zoals slagers wel dragen, met chirurgisch mondmasker met luchtfilter, en roze huishoudhandschoenen. In de tabac rook het naar ziekenhuis, ik was blij toen ik weer buiten stond. Daar stuitte ik op een oudere meneer die naar binnen wilde. Met krukken, mondmasker en handschoenen. Die laatste waren fel-oranje, en zelfgebreid. Ik wenste hem een goeie dag. Geen goed idee, hij reageerde als door een wesp gestoken. En dat valt niet mee, op krukken.
Het zijn bizarre tijden.

4 gedachten over “Bizarre tijden”

  1. Een mooie beschrijving van he bizarre gedrag van de mens in deze corona-tijd. Volgens mij zul je de komende weken, en misschien wel maanden, nog heel wat bizarre maatregelen en gedragingen gaan tegenkomen.

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

Of reageer met je Facebook account

Scroll naar boven