Jawel, we zitten midden in een crisis en we somberen wat af. We mogen meer niet dan wel, en vakantieplannen moeten – net als de coronavaccins – nog even in de ijskast. Maar er is hier altijd licht, er is lucht.
In de vorm van een klein geel pluisbloemetje, dat je normaal gesproken nauwelijks zou opmerken maar dat juist nu, hartje winter (al merk je daar hier in het zuiden niet zoveel van) voor een zonnige afleiding zorgt. Mimosa, nog tot zeker half maart te genieten.
Zoals gezegd, een miniem bloemetje, maar overweldigend aanwezig in de enorme bossen die de 130 km lange Mimosaroute flankeren. Van Bormes-les-Mimosas in Le Var tot aan Grasse in de Alpes-Maritimes. Een overdadige zachtgele bloemenweelde met een heerlijk parfum dat je bedwelmt als je er langs fietst en zelfs ruikt als je je auto niet uitkomt. Zou ik trouwens wel doen, want al zijn veruit de meeste feestelijkheden afgelast, je kunt nog altijd heerlijk wandelen in de mimosabossen. Bijvoorbeeld door het Fôret du Grand Duc, waar je vanuit het Massif de Tanneron zomaar uitkijkt over de Îles de Lérins en de Middellandse Zee. Of je wandelt de mimosaroute door de Vallon de Valcros, een schitterend dal met wondermooie mimosabossen, beginnend bij het pittoreske dorpje Auribeau.
En ben je hier nu even niet, geniet dan virtueel mee: klik hier voor de video, ruik het parfum erbij, kijk naar de uitbundige parades en bedenk dat we allemaal ooit – heus – weer in het echt kunnen meemaken.
Bormes is ‘la capitale’
Bormes-les-Mimosas is de absolute hoofdstad van het kleine, gele pluisbloemetje dat hier maar liefst in zo’n 90 variëteiten voorkomt. Normaal gesproken kun je die bewonderen in kwekerijen, kopen in boetiekjes en marktkramen, op serviesgoed en textiel als decoratie terug vinden, en zelfs in lokale gerechten mee-snoepen. Maar ja, nu even niet. Ook de uitbundige bloemencorso’s langs de route zijn afgelast, net als tal van manifestaties en exposities, rondleidingen door kwekerijen en tuinen. Maar zoals gezegd, die route ligt er natuurlijk wel gewoon. En die loopt van Bormes-les-Mimosas via Rayol Canadel, Sainte-Maxime, Saint-Raphaël, Mandelieu-la-Napoule, Tanneron, Pégomas en Biot naar Grasse. Al kun je ‘m natuurlijk ook andersom rijden. Zo’n 130 km lang kun je genieten van een wuivende heldergele bloemenbomenzee. En je bent beslist de eerste niet die hiervan geniet. Al in 1931 werd de route voor het eerst uitgezet.
Australische opkikker
En dan te bedenken dat mimosa eigenlijk helemaal niet Frans is. Zo rond 1880 dook het struikje voor het eerst op aan de Côte d’Azur: het hotel La Croix des Gardes in Cannes was waarschijnlijk verantwoordelijk voor de introductie vanuit Australië van dit bijzondere struikje, dat zo leuk bloeide midwinter. In dat hotel kwamen veel overwinterende gefortuneerden, zoals de Duc de Vallombrosa, de Marquis de Morès en de Britse Lord Brougham. En die lui wilden wel wat van die exotische zonneschijn in de tuinen van hun eigen villa’s hebben. Dat kon. De Société d’Horticulture et d’Acclimatation regelde dat. Het betekende meteen prima werkgelegenheid voor de kwekers in de omgeving: in Mandelieu, Pégomas, Tanneron en La Roquette schoten de mimosakwekerijen de grond uit. Via de stations van Cannes en Mandelieu vond de mimosa vervolgens ook zijn weg naar de grote Franse en Europese steden.
En naar de parfumindustrie. Met name in Grasse, waar parfumfabrieken als Galimard en Fragonard het subtiele parfum van het pluisbloemetje nog steeds in tal van geurtjes voor ‘grote merken’ verwerken. Een vleugje lente in de winter.