Het schijnt typisch een dingetje van hier – zeg maar, rondom de Middellandse Zee – te zijn om groentes met van alles en nog wat te vullen. Komkommers, aubergines, courgettes, avocados, tomaten; van alles en nog wat gaat erin, tot aan hele gehakt- en rijstschotels toe. Les petits farcies de Nice, kleine tomaatjes met allerhande vulling die in de oven gaar en sappig worden, zijn al bijna cultureel erfgoed, de grote chef Paul Bocuse (1926-2018) was er een groot liefhebber van. Ik ook, maar omdat het vandaag alweer voor de zoveelste dag op rij boven de 30 graden is, leek me een meer zomerse variant wel lekker. Niks in de oven, gewoon kersverse tomaat met een frisse vulling, die je liefst nog even in de koelkast zet voor je ‘m als apérohapje serveert. Zó gemaakt, en zó onder je handen vandaan gegeten. Probeer maar.

Ingrediënten:
2 grote tomaten
200 gram krabvlees (blikje)
1 stengel selderij
1 klein uitje
sap van een ½ citroen
3 volle eetlepels goede mayonnaise (zoals Amora)
paar takjes peterselie
zout en peper

Bereiding:
Snij de tomaten in tweeën, lepel ze leeg, bestrooi de binnenkanten met wat zout en zet ze omgekeerd op keukenpapier om ze uit te laten lekken.
Pel en snipper het uitje.
Snij de selderijstengel in hele dunne ringetjes.
Laat het krabvlees uitlekken in een zeef of vergiet.
Pers de halve citroen uit.
Pluk wat blaadjes van de peterselietakjes, hou ze apart voor de garnering.
Meng krab, ui, selderij, citroensap en mayonaise in een kom door elkaar, voeg peper en zout naar smaak toe. Niet smeuïg genoeg? Nog wat extra mayo toevoegen.
Keer de tomaten om en vul ze met het mengsel, versier met een toefje peterselie.
Een stukje stokbrood erbij, een glaasje frisse wijn, meer hoeft een apérohapje niet te zijn.