Natuurmonumenten

do 30 september 2021

Door Renée Vonk-Hagtingius

Zoals ik ongetwijfeld al tot vervelens toe heb verteld, zit ik graag en vaak op m’n terras. Het is nou eenmaal een uitgelezen plekje, midden in het bos, met althans dezer dagen gekabbel van de rivier onderaan de heuvel, die rivier kan op andere dagen ook een heel grote mond hebben, wat kwakende kikkers in de poel ernaast, het gekwinkeleer van de vogels die ineens weer hun overwinteringsstekkie gevonden hebben.
Ik heb me al vaak genoeg afgevraagd hoe ze dat doen, vanuit verre oorden toch weer probleemloos bij mij in de tuin belanden, iets met radar of zo, een intern navigatiesysteem, tomtom avant la lettre. Maar zo vlekkeloos als ze precies in hetzelfde – vanuit de lucht toch minuscule – stukje Zuid-Frans groen landen blijft voor mij een wonder.

Ik doe er in het geheel niet to
Zoals ik het ook een wonder vind dat ik er in het geheel niet meer toe doe als ik op het terras zit, de echtgenoot ook niet trouwens. De vogels foerageren wat bij het schuurtje een stukje verderop waar een vliegend buffet is ingericht, maken groteske ruzie om de laatste pinda, geven een twitterconcert in de bomen dat inderdaad uit razendsnel heen en weer getjilpte tweets bestaat, en negeren ons verder volkomen.
Nou ja, negeren; inmiddels horen we blijkbaar zo bij de entourage dat ze gewoon gezellig naast je komen zitten. Met name roodborstjes hebben er een handje/pootje van om de boel vanuit de oleanderstruik naast het terras even te observeren (er sluipen tenslotte drie katten rond het huis) en als de kust veilig lijkt om je heen te komen scharrelen.

Verzin dan maar een naam
Vanmorgen werd ik zelfs weer door eentje aangesproken. Volgens de echtgenoot is dat steeds dezelfde, maar hij heeft dringend een nieuwe zonnebril nodig. Het beestje zat aan m’n voeten en begon een hele riedel waar ik weinig van begreep, maar ik vond het wel op z’n plaats om hem te waarschuwen voor zoveel vertrouwen in de mensheid.
“Heb je al een naam voor ‘m?”, vroeg de echtgenoot. Hij dacht eigentijds aan Red Bull. Hoofdschuddend schonk ik nog maar eens in en omdat ie zo vaak langskomt, stelde ik Klaas Vaak voor. Dat werd ‘m dus.

De traditionele vogeljacht
Hier bij mij op het terras hebben gevleugelden – afgezien van die katten – geen probleem, maar niet zo heel ver hier vandaan waren zaterdag een week geleden in vijf grote steden in met name de Provence zo’n 42.000 boze ‘jagers’ op de been. Ze protesteerden tegen het verbod op de ‘traditionele vogeljacht’ met de lijmstok. Die ongekend wrede manier van vogels vangen door ze nietsvermoedend op een met lijm en een lokmiddel ingesmeerde tak te laten landen waarna ze een gruwelijke dood sterven, is in heel Europa al jaren verboden, in Frankrijk pas sinds begin dit jaar. Nou gaat het vooral om lijsters en andere eetbare vogeltjes, en is ‘mijn’ roodborstje slechts bijvangst, maar zo’n einde gun ik hem niet, dus daarom heb ik Klaas maar ernstig toegesproken.

Een veldmuisje op visite
Intussen trippelde onverwacht en veldmuisje voorbij. We keken hem na tot aan de rand van het terras. Daar bedacht hij (of zij natuurlijk, je weet het niet) zich en maakte rechtsomkeer. Na een rondje om mijn stoel trippelde hij over de voet van de echtgenoot heen en croste onder de tuintafel door naar de andere kant van het terras. Waar hij adequaat werd opgevangen door de in Portugal geboren straathond met anarchistische trekjes.
Met een vloek schoot ik overeind, rondde de tafel in recordtijd en kon de bek nog net opentrekken voor de viervoeter met z’n speeltje in de tuin kon verdwijnen.

“Beter opletten, sukkel”
Leefde het nog? Ik boog m’n handen tot een kommetje rondom het nat geworden grijze lijfje; er rilde wat, er spartelde alweer wat. Ik heb ‘m een heel eind verderop onder de struiken gezet met de mededeling “beter opletten sukkel.”
Klaas Vaak keek toe vanuit de oleander terwijl de echtgenoot een glaasje voor de schrik inschonk. Hij was nog niet gaan zitten of het vogeltje hipte alweer om ons heen.

“Wij, natuurvolkeren”
Ooit kende ik iemand met een in eigen waarneming niet zo Nederlandse achtergrond hoewel hij al sinds z’n tweede in Les Pays Bas woonde, die zichzelf het liefst omschreef als “wij natuurvolkeren”. Maar toen bleek dat er in zijn land van herkomst geen BMW-garage was, bleek ‘de natuur’ niet meer zo’n dingetje. Ik moest er even aan denken toen de muisjes en vogeltjes om me heen trippelden. “Misschien zijn wij wel ‘van de natuurvolkeren’ opperde ik tegen de echtgenoot.
“Onzin”, bromde die, de brand in een sigaartje stekend, “wij zijn natuurmonumenten.”
Ik vrees dat ik daar nog lang over kan nadenken.

4 gedachten over “Natuurmonumenten”

  1. Beste Renée,
    Onze complimenten voor al je intensieve werk en overgave, waarmee je
    ‘Kijkzuidfrankrijk’ redigeert en schrijft!
    Echt top! En met ons vele fans!
    Alexander en Trude
    Cotignac.

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

Of reageer met je Facebook account

Scroll naar boven