Het heeft even geduurd voor ik door had dat ‘pain perdu’ (verloren brood) voor ‘wentelteefje’ staat. Vond ik altijd een raar woord. Wentelen viel nog wel te snappen, maar bij teefje denk ik toch vooral aan een hond van het vrouwelijk geslacht.
Eigentijds als ik heel soms ben: googelen. Nu weet ik dat wentelteefje in 1623 voor het eerst in een Nederlandse tekst werd vermeld en dat teefje zoveel eeuwen terug een aanduiding voor gebakje was.
Ik hoorde en las dat ook het brood overal duurder wordt en dacht meteen aan ‘pain perdu’. In de broodtrommel en provisiekast lag nog wel wat, veel tijd voor een echte lunch had ik helaas niet en wat is er eigenlijk tegen iets minder vers brood? Dankzij Google weet ik dat er mensen zijn die verloren brood juist gewonnen brood noemen. Ik vind dat sympathiek. Ik ben tegen verspilling, (‘gaspillage’ in het Frans) en in dit land terecht een voornaam item.
En van verloren of gewonnen brood kun je makkelijk iets lekkers maken. Ook als er visite is. Het recept hieronder gaat uit van 4 eters.
Ingrediënten
- 1 glas melk
- 4 stevige sneden brood
- 100 gram gewelde rozijnen
- ½ dl zoete witte wijn
- ½ theelepel kaneel
- 3 eieren
- snufje zout
- boter/olijfolie
- 1 zakje vanillesuiker
Bereiding
Leg de sneden brood in een ondiepe schaal of op een groot bord. Doe een snufje zout bij de melk en giet die over het brood. Laat enkele minuten weken, maar zorg dat de sneden heel blijven. Eventueel laten uitlekken op keukenpapier. Week de rozijnen op laag vuur in de wijn met kaneel en de vanillesuiker. Klop de eieren los in een kom en laat het boter/oliemengsel heet worden in een ruime koekenpan. Haal de sneden door het losgeklopte ei en bak ze snel goudbruin in de koekenpan. Verdeel over de borden, schep de rozijnen erover en schep wat van het wijnmengsel mee.