Beste Renée,
Zoals je weet ben ik Parijs een ruim jaar geleden ontvlucht. Te midden van de Coronapandemie heb ik mijn zaakje daar afgebouwd, mijn debiel kleine appartementje geleegd, gedag gezegd tegen de enkele vrienden die ik binnen de avondklokuren kon zien, en stilletjes ben ik met een enorme koffer op een trein gestapt, op avontuur naar een ander land.
En wat is nu de bilan? Er gaan elke zo veel maanden enquêtes rond waarin wordt gepolst dat 60% van de Parijzenaren het liefst een bestaan elders wil opbouwen. In hoeverre dit klopt weet ik niet. Wel weet ik dat het een standaard gespreksonderwerp was geworden in het dagelijks leven, vergelijkbaar met het weer of de keuze voor de kaasjes na het avondeten.
Ook zie ik nu in de pers de bijbehorende testimonials voorbij komen: de ex-Parijzenaren die het leven buiten de lichtstad hebben gewaagd, hoe vergaat het hen? En het lijkt sappiger nieuws te zijn om te vertellen dat het leven en Provence best tegenvalt. Ieder z’n eigen conclusie, maar ik zeg: toch echt niet!
Ieder z’n ding, maar Parijs bracht veel van wat ik niet nodig had. De mogelijkheid om dagelijks naar een expositie dan wel opening van iets hips te gaan heeft plaats gemaakt voor wandelingen in weelderig groen en gesprekken met een glas wijn, die overigens veel lijken op wat ik toch al in Parijs deed. Met het verschil dat men hier meer tijd heeft om je te zien.
En hoewel ik het bij mijn vertrek wel een beetje had gehad met de Fransen (het effect van 2 jaar niet reizen denk ik, en Fransen zijn after all ook niet de gemakkelijksten) mis ik het land Frankrijk nu eigenlijk best wel. De kneuterige stadjes en dorpjes, de quiches en croissants, het feit dat het niet per sé de hele zomer bloedheet is, de weliswaar elitaire maar intellectuele mentaliteit, de aandacht voor de Kunsten … Het blijft een prachtig land waar ik me echt thuis heb gevoeld.
Maar guess what? Na al die eenzame jaren in de lichtstad ben ik nu uitgerekend hier iemand tegen gekomen met wie ik zomaar mijn leven verder zou kunnen delen. Je schreef ooit over hoe je al enkele decennia met je grote liefde samen bent, 24 uur per dag, en dat die tijd eigenlijk zo om was. Pas nu snap ik dat. Dus m’n eventuele retour naar de Fransen is niet zo evident meer. Enfin, de beslissing over waar en wat neemt zich hopelijk à deux …
Moraal van het verhaal: misschien is het niet eens zo heel belangrijk waar je zit, maar vooral met wie. Ondertussen is me verteld dat Parijs aan het veranderen in een groene fietsstad.
Het ga je goed,
Julia
++++++++++++++++
Dag Julia,
Wat goed te lezen dat je iemand tegenkwam voor een ‘die’ 7×7 24 uur misschien aan kan. Het verbaast me niet dat je zo iemand in Parijs niet ontmoette. Wegens ziekte ben ik niet in vorm, maar ik heb een thuissecretaris. Die man dus.
Ik heb eigenlijk nooit begrepen wat je in Parijs te zoeken had.
Ja hoor, toen ik jong was, dacht ik ook: daar moet ik wezen. La Gare du Nord, oesters in dat restaurant Terminal en dan die stad in. Als geboren Rotterdamse was ik er nooit echt op m’n gemak. Hoe hield je dat vol, in zo’n Mickey Mouse appartement?
Frankrijk, de Fransen, ik lees dat je ook twijfelt. Ik woon uit overtuiging in een Provençaals dorpje waar we eigenlijk niks met Frankrijk te maken hebben. En al helemaal niet met Parijs. Altijd een opluchting als de Parisiens na hun vakantie hier weer vertrokken zijn. Staan er wel weer tientallen ‘maisons sécondaire’ een tijdje leeg. Wel zo rustig in het café.
In een dorp waar ik eerder woonde, was het altijd feest als het eenmaal september was. Gezamenlijke maaltijd op de boulesbaan, geen toeristen meer. Dat is nu anders, het ‘seizoen’ is langer dan vroeger. Het dorpsleven stelt zo zijn eisen, ik weet er alles van.
Ik denk dat je meer van Frankrijk geleerd had als je niet voor Parijs had gekozen.
Schrijf me maar terug.
Ciao,