Toen ik pas in Frankrijk woonde en dus nog lang niet goed op de hoogte was, stuitte ik op 1 november op een gesloten deur van de supermarché. Het was Toussaint, Allerheiligen, een nationale feestdag, ik wist van niks. Onderweg naar die winkel had ik me wel verbaasd over de drukte bij het kerkhofje in mijn dorp. Er liepen veel mesen met chrysanten naartoe.
In de loop der jaren veel bij- en vooral afgeleerd, in en over Frankrijk.
Toussaint is van katholieke origine, ik had er als streng geformeerd opgevoede in Nederland nog nooit van gehoord. Ik ben allang een afvallige, zoals dat heet, ik doe niet meer aan schuld & boete, ik ben meer van ‘carpe diem’, pluk de dag, wat ik vast ook aan mijn keus voor Zuid-Frankrijk te danken heb. Andere wereld, andere sfeer dan het vreugdeloze bewind van die Calvijn in mijn jeugd.
Ellendige zondagen
Oké, praat ik over decennia geleden. Heel soms denk ik terug aan die ellendige zondagen dat ik als klein meisje twee keer naar de kerk moest. Het ging in dat trieste gebouw altijd over zonde. Ik begreep er niks van, ik heb een tijdje geloofd dat zondag zondedag was.
Ik doe niet meer aan enig geloof, behalve misschien in een kampioenschap van Les Blues tijdens het WK in Qatar, maar ik heb in Frankrijk wel geleerd dat je qua levensvreugde beter katholiek dan calvinist kunt zijn. Als je dan toch gelovig bent.
Bevriend met de pastoor
Na een aantal jaren in mijn eerste Franse dorpje was ik nogal vertrouwd geraakt met de pastoor, gewoon in de kroeg. Een gezellig praatje, bijna nooit over iets Bijbels, vaker over rugby, dé sport hier in het zuiden, ik ben er zelf een liefhebber van geworden. We tutoyeerden elkaar. Misschien een jaar of 35, hij was soms in een lang gewaad waarvan ik niet weet of je dat een habijt noemt, dat was als ie een begrafenis ‘gedaan’ had, soms in korte broek, maar dan wel zo’n wit boordje om. Hij dronk altijd rode wijn, ook als het hoogzomer was, ik rosé. Ik heb eigenlijk nooit gevraagd waarom hij bij ‘rouge’ bleef, maar het protestante hel & verdoemenis nergens te bekennen.
Een huwelijksvoltrekking op het terras
In welk jaar weet ik niet meer, maar op een zaterdagse zomerdag zat ik op het café-terras met mijn Belgische vrienden Gie en Wiesje. Ze zaten zoals vaker te aarzelen: trouwen of niet? Ik had er even genoeg van. Ik riep onze pastoor die een tafeltje verderop zat en zei: ‘verbindt die twee even in de echt.’ Zo was mijn relatie met de curé ondertussen al.
Hij vond het een prima opdracht, ik haastte me naar de tabac aan de overkant van het café, waar ze ook ringen (nou ja) verkochten.
Een huwelijksvoltrekking op het terras van de kroeg, een desbetreffende tekst en allerlei gebaren en gebeden van de ‘père’ in korte broek. Het terras applaudisseerde, ik kocht in het café een fles champagne voor de eerwaarde.
Ik begin erover omdat ik van de week een foto van een geringe hand via email kreeg. Wiesje liet me weten dat ze die ring uit de tabac nog steeds draagt. Ik was het allemaal vergeten. Maar in goeie zin van het woord ontdaan toen ik de foto zag.
Ik ga dinsdag naar het kerkhofje in mijn eerste dorpje. Chrysanten leggen bij het graf van mijn vriend Frans, destijds kinderarts in Brabant, ook min of meer toevallig verzeild geraakt in dat dorp. Hij wilde nergens anders dan daar zijn laatste rustplaats vinden.
Ik ga erheen.
Misschien moet ik alsnog katholiek worden. Zal ik ‘en route’ wel bedenken. Als ik bij de ‘cimétières’ in de dorpjes waar ik langs rijd, al die mensen met chrysanten zie lopen.
Geweldig verhaal Renée.
Om goed te doen, goed te leven en om aan rituelen mee te (willen) doen, hoef je geen lid te zijn van een geloofszuil of instituut. Zelf heb ik niet zoveel last gehad van de fluweel-ijzeren lange arm van de R.K. kerk (rond 1970, ik was toen 15 j, was het een stuk soepeler geworden), maar mijn ouders hebben nog geleden onder de ‘geboden en verboden’ van de pastoors en kapelaans. Voorbeeld: als mijn moeder 2-3 maanden na de geboorte van een van de kinderen nauwelijks hersteld was van een zware bevalling, kwam de Pastoor ‘even informeren hoe het gesteld was met het opnieuw plaatsen van het wiegje in de hoek van de kamer’ .
je hebt vast en zeker in de duysstraat op school gezeten.