Onze favorieten in het achterland (4) – Lourmarin

ma 23 januari 2023

De medewerkers van Kijk, Zuid-Frankrijk! vertellen in deze wekelijkse rubriek over hun favoriete dorpjes in het arrière pays. Dit keer Margôt van Slooten-Preng in een longread over Lourmarin in de Vaucluse.

In mijn puberjaren (begin jaren ’80) maakte ik kennis met Lourmarin in de Luberon, één van die ‘plus beaux villages de France’. Een van mijn eerste Franse dorpenliefdes, want buurdorp Cucuron was feitelijk mijn eerste ervaring. Toch had Lourmarin het ‘je ne sais quoi’, het ongrijpbaar aantrekkelijke dat een dorp kan hebben.

De Luberon was in die dagen nog helemaal niet hip. Dat kwam pas later en het dorp de naam kreeg een tikje snobistisch te zijn (het Peter Mayle-effect, dat kan haast niet anders) maar ik ben nog altijd dol op dit dorp. De status ‘snob’ dankt Lourmarin vooral aan de toeristen: veel kouwe kak uit Parijs of met strooien hoed getooide cruisevolk met hun veel te grote auto’s en dito mond, die de weinige parkeerplaatsen in het dorp confisqueren, zonder enig respect voor de mensen die hier al eeuwen wonen.

Brandstof voor vuige dorpsroddels

De toeristen en het hoofdstedelijke publiek leveren overigens ook brandstof op voor vuige dorpsroddels en inspiratie voor kunstenaars. De flamboyante kunstenaar Isirdi, legt het dagelijks leven op het terras van café Gaby (zijn buren) veelvuldig vast. Hij weet de clientèle van het terras – maar ook het fijne landschap rondom Lourmarin – (wijnranken, olijf- en amandelbomen) treffend vast te leggen in zwierige penseelstreken. Zijn werk hangt in mijn slaap/werkkamer en daarom ben ik elke dag en nacht even weer terug in Lourmarin. Ik snap hem wel: het is heerlijk om de toeristen die door het smalle straatje flaneren, ongegeneerd te observeren. Vooral wanneer je een tafeltje met-de-poot-op-de-trottoirband kiest. Ogen en oren te kort daar, er is altijd iets te zien. En op het moment dat je aan de ene kant van de weg een bijzonder creatuur ontwaart, wringt zich vanaf de andere kant een bestelbusje het beeld binnen met een vracht verse groenten voor de lunch. Begroetingskussen links en rechts. En ongeduldig geclaxonneer (van snobs waarschijnlijk). Puur genieten, dit dagelijks toneelstuk.

Marktdag in Lourmarin

1001 kazen op de Provençaalse markt

Op vrijdagochtend is er de zeer druk bezochte Provençaalse markt, in de rustieke straatjes. Volop verse groenten en fruit, kruiden en specerijen in warme Provençaalse kleuren, olijven, rieten manden, 1001 kazen, bohemien jurken, lokale specialiteiten. Kom vroeg, vooral in het hoogseizoen, tenzij je zin hebt om ‘over de hoofden’ te willen lopen. En altijd is er dat romantische kasteel op de achtergrond. Een decor dat zelfs de harten van de meest sfeerongevoelige onder ons, doet smelten.

De geschiedenis van Lourmarin gaat terug tot Romeinen, of nog eerder. Want het dominerende kasteel, dat is echt wel wat. Gebouwd tussen 1475 en 1560, bestaat het uit twee delen, waarvan een deel het eerste kasteel in Frankrijk in renaissancestijl is. Je kunt er een kijkje nemen en in het seizoen zijn er louterende klassieke concerten, de ambiance van het kasteel is magisch. Een wijntip: onder het kasteel is een wijnwinkel met proeflokaal, les Caves du Château, uiteraard met fijne wijnen uit Lourmarin en de Luberon, maar ook Côtes du Rhône of Cassis, en mooie Champagnes.

Fontaine aux Trois Masques

Enclave van de Hugenoten

Niet ver van het kasteel is er de protestantse tempel, een historisch monument. Lourmarin was lang een enclave van de hugenoten. Enkele meters verder dan deze kerk, zie je la Fontaine aux Trois Masques. Volgens de gevierde Provençaalse romancier Henri Bosco (1885-1976) vertegenwoordigen die drie hoofden de natuurlijke elementen van de omgeving: de Rhône, La Durance en de Luberon. Een ander idee is dat je kijkt naar Neptunes (de god van het water), Apollo (de god van de schoonheid) en Pan (de god van de kuddes en de herders). Tja, die laatste gedachte zou prima kunnen. Het water van het riviertje de Calavon, dat vanuit de Luberon zijn weg naar beneden zoekt, is niet ver weg van de fontein. En schoonheid, ik zei het al: bijna alles is hier mooi, dat had Apollo destijds al goed gezien. De kuddes van Pan zien we terug op de grote prairie tussen de fontein en het kasteel. Op Quatorze Juillet of op het fète votive eind augustus verenigen zich bewoners en toeristen op de prairie voor een sprookjesachtig vuurwerk.

Er is trouwens nog een tweede beroemde schrijver die bij Lourmarin hoort: Albert Camus (1913-1960). Hij verongelukte ‘en voiture’ op weg van Lourmarin naar Parijs en ligt in het dorp begraven. Op weg naar de bakker, loop ik graag een meditatief rondje langs de grafhuisjes op de dodenakker van het dorp.

Het dorp schurkt aan een kant tegen de Luberon, waar ook de enige doorgang in het gebergte is, de weg die Lourmarin verbindt met Apt. Deze Combe de Lourmarin is de geologische grens tussen de Grand- en de Petit Luberon. Een mooi tochtje, waarbij je links en rechts veel andere mooie Luberondorpen kunt bezoeken (Bonnieux, Lacoste, Buoux). Met een goede IGN-kaart erbij, kun je hier uren wandelen.

Tap een vrac wijn

Een tweede wijntip: vergeet vooral niet een vrac wijn te tappen bij de cave Louérion. Naast de instapwijnen uit de tank is er een ruim aanbod aan mooie Luberonwijnen. Voor wie wil (wijn)wandelen, is Lourmarin ook een goed uitgangspunt. Je wandelt er richting Cadenet, dwars door de wijngaarden. Of, via het Sentier du Pierrouet, naar Chàteau Fontvert, een biodynamische producent van werkelijk goddelijke wijnen. Geen lange hikingtocht, maar een zalig ommetje langs het kasteel en door de prachtige natuur rondom het dorp.

Een hapje eten in Lourmarin kan uiteraard, er zijn veel gelegenheden. Op de weg naar Cadenet ligt de zeer mooi gelegen Auberge de la Fenière (het wandelpad richting Cadenet loopt overigens achter de auberge langs), met 1 michelinster.

In het dorp zelf kom ik graag bij L’insolite (goede wijnkaart, grappige menukaart) of La Fontaine (grillrestaurant à la Française), restaurants die er al zijn zolang ik er kom, samen met café Gaby de vaste waarden in het dorp, maar zoals overal in Frankrijk, sneuvelen er restaurants en komen er weer nieuwe uitbaters bij.

Koffie als de bakker open gaat

Lourmarin is een dorp met smalle straatjes en stokoude huizen, zoals je dat mag verwachten van een fijn Provençaals dorp. Gelukkig is een goede boekwinkel, voor de dagelijkse krant La Provence of een informatief boek over de streek. Wanneer je de markt gemist hebt, kun je een boodschapje doen bij de piepkleine Vival of bij Super Taf 2 (zalige pissaladière!). En, ik zei het al eerder, het leukste terras van het dorp is café Gaby. Je kunt er de hele dag terecht, vanaf 07.00 uur. Zoals het hoort: als de bakker open gaat, moet je ook koffie kunnen krijgen. Ondenkbaar dat je in het noorden van Nederland voor je aan het werk gaat, terecht kan in het dorpscafé voor een dagelijkse ochtendkoffie. Dát is wat zo aantrekkelijk is aan het Zuid-Franse leven. Een croissant erbij koop je (behalve op maandag), eerst bij de bakker, boulangerie Stéphane Riquier. De bakkerswinkel bevindt zich op deux-pas van het terras. Specialiteit van het huis: de Gibassier, een koek van zanddeeg op basis van olijfolie. De matinale ochtendgeuren van deze bakker zijn onweerstaanbaar, volg die geur en je bent in kloppend hart van Lourmarin. Lourmarin, voor altijd in (de grote boezem) van mijn hart!

 

Margôt van Slooten-Preng is vinoloog, met een passie voor de Provence. Je kunt haar volgen op haar blog ‘Tussen Noordzee en Méditerranée’, margotvanslooten.com

1 gedachte over “Onze favorieten in het achterland (4) – Lourmarin”

Laat een reactie achter

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

Of reageer met je Facebook account

Scroll naar boven