Voor de liefhebbers van de Méditerrane keuken: een kersvers recept. Niet echt ingewikkeld en ook te maken met ingrediënten die in Nederland en België verkrijgbaar zijn. Dit recept is bedoeld voor 4 personen.

Gisteren iets klaargemaakt dat ik bij nader inzien eigenlijk helemaal niet lekker vond. Iets met roerei en teveel van de verkeerde kaas. “Shit happens”, zegt een goede vriend altijd als er iets niet helemaal jofel uitpakt. Maar deze shit vond ik niet te kanen, en zonde van de ingrediënten. Bovendien lag het me zo zwaar op de maag dat ik de klassieke ‘bloemkool met een kaassausje’ die voor vandaag op het programma stond, ineens helemaal niet meer zag zitten. Bon, wat dan wel? Die bloemkool lag er al even en had ook niet meer het eeuwige leven.

“Bakken!” riep de thuissecretaris, die ook weleens wat leest, “is heel modern.”

“Maar lust je dat dan ook?”

“On verra”, was het niet zo geruststellende antwoord.

Na wat geschuifel op internet vond ik een receptje dat me wel aanstond. Niet te ingewikkeld, niet teveel heisa. En met wat aanpassingen vond ik het prima kunnen. Maar wel een beetje ‘sec’. Dus heb ik er een sausje bij gefabriekt. Niet verkeerd, vond ik zelf.

“En?” vroeg ik de thuissecretaris toen ik hem vanmiddag tijdens de lunch het dampende bordje voorzette.

“Ça va”, was het nuchtere Noord-Hollandse antwoord. En neem van mij aan, dat is een groot compliment.

Ingrediënten

• 1 kleine bloemkool
• 2 eieren
• 100 gram bloem
• 50 gram paneermeel
• 50 gram geraspte parmesan
• zout en peper uit de molen
• 1 citroen
• olijfolie

Bereiding

Maak de bloemkool schoon en snij in mollige mootjes. Kook ze in ruim kokend water met wat zout tot ze beetgaar zijn (ze moeten nog kraken tussen je tanden).
Doe de bloem in een diep bord, de losgeklopte eieren in een tweede, en de parmesan met het paneermeel in een derde.
Verhit een scheut olijfolie in een ruime koekenpan.
Haal de bloemkoolmootjes achtereenvolgens door de bloem, het losgeklopte ei en het paneermeel/parmesan mengsel. Zorg dat ze aan alle kanten bedekt zijn.
Bak ze rondom goudbruin in de hete olie en laat ze uitlekken op keukenpapier.
Verdeel ze over de borden, maal er wat peper overheen en geef er een schijfje citroen bij.

Of! Je geeft er dit sausje bij (wel tevoren klaarmaken natuurlijk):

Ingrediënten

• 1 blikje gepelde tomaten in stukjes
• 50 gram groene olijven zonder pit
• 50 gram kappertjes
• 1 kleine ui
• 2 tenen knoflook
• 2 theelepels paprikapoeder
• 1 afgestreken eetlepel oregano
• olijfolie
• peper en zout

Bereiding

Snij de olijven in ringetjes.
Pel en snipper de ui, pel de knoflooktenen en hak ze fijn.
Verhit een scheutje olijfolie in een pan, smoor de ui erin aan, doe de knoflook erbij, laat even meesmoren en voeg de tomatenblokjes, de olijven, de kappertjes, de oregano en het paprikapoeder toe. Laat alles onder af en toe omroeren zo’n 10 minuten op laag vuur pruttelen. Maak op smaak met peper en zout.
Lekker als lunchhapje, maar ook als volwaardige maaltijd met aardappel, rijst, pasta en natuurlijk een stukje brood om te soppen en een goed glas rosé of rood.