Streekproducten: Gezegende meloenen en heilige vijgen

do 13 juli 2023

Door Ellen van Linschoten

Je hebt meloen en je hebt de ‘melon de Cavaillon’, veruit de populairste meloen van heel Frankrijk en ver daarbuiten. En je hebt vijgen èn de ‘violettes de Solliès’, de enige vijg met een eigen appellation d’origine contrôlée. De laatste is beschermd, de eerste niet. En dat is op z’n minst merkwaardig.

Een echte Cavaillon-meloen is niet groot, groen-gestreept van buiten en oranje van binnen, met stevig vruchtvlees en makkelijk te verwijderen zaadlijsten. Hoe zwaarder de meloen weegt, des te zoeter en sappiger hij zal zijn. En zoet is in dit geval héél zoet. Voorwaarde is wel dat hij goed rijp is. Dat controleer je door er op te kloppen (hoe holler het geluid, hoe rijper), door het steeltje eraf te trekken (dat vinden ze niet overal even leuk) en als dat steeltje ontbreekt, door voorzichtig met de duimen het topje of kontje in de drukken (hoe zachter, hoe rijper). Jawel, op de meeste Zuid-Franse markten doen ze er niet moeilijk over, je wordt als een kenner herkend.

Maar omgekeerd ligt het net een tikje anders. Er is een probleem met de melon de Cavaillon; hij beschikt namelijk niet over een AOC (appellation d’origine contrôlée).

Zaadjes uit Cantalupo

De originele melon de Cavaillon stamt al uit de Romeinse tijd. En zelfs toen al was Cavaillon – een vestiging op een belangrijk knooppunt van wegen – zo’n beetje de hoofdstad van de meloen, ideaal gelegen aan de toegang tot de Luberon.

Vast staat dat de meloen zijn oerwortels in de Oriënt heeft, India, Egypte. En in eerste instantie ‘onze kant’ op kwam als medicijn. Tijdens het verblijf van de naar Avignon uitgeweken pausen (Babylonische ballingschap, 14e eeuw) kwam de meloencultuur tot grote bloei. De grond in de buurt van Cavaillon (Vaucluse) bleek ideaal, het water van de nabij stromende Durance uitbundig, de pausen gulzige genieters. Met name ene kardinaal Mazarin heeft veel voor de promotie en ontwikkeling van de ‘goddelijke’ vrucht betekend. Hij kwam vanuit Rome naar Avignon en nam meloenzaad mee vanuit de pauselijke moestuin die in een klein plaatsje vlakbij Rome was gelegen, Cantalupo. Dat werd Cantaloup in het Frans en dus heet de Cavaillonese meloen sinds die tijd ook zo.

Uitbetaald in meloenen

Overigens was ook de schrijver Alexandre Dumas (De drie Musketiers) dol op de vrucht: hij bedong voor zijn boeken die de stad Cavaillon in de bibliotheek wilde hebben een ‘huur’ van 12 meloenen per jaar. Levenslang.

Vanuit de Vaucluse begon de opmars van de meloen, samen met die van het spoor, tot aan Parijs en zelfs over de landsgrenzen heen naar Algerije, Tsjaad en zelfs Egypte. En Marokko. En daar wringt een beetje de schoen, want inmiddels wordt er meer en meer ‘melon de Cavaillon’ in bijvoorbeeld Marokko geproduceerd. Die aanduiding is namelijk niet beschermd door een AOC omdat de meloen oorspronkelijk niet uit Cavaillon komt, maar ooit als zaadje uit het buitenland werd meegenomen. Dat er jaarlijks ruim 70.000 ton meloen van Franse bodem wordt geproduceerd doet daar niets aan af.

Vijgenbomen in Versailles

Zo’n appellation heeft de beroemde vijg uit Solliès-Pont wél. De figuier (vijgenboom) komt hier namelijk al zo lang voor dat hij onlosmakelijk bij het culturele erfgoed is gaan horen. En al komt ie oorspronkelijk uit Azië, vijgen worden al duizenden jaren in het méditerrane gebied gekweekt en gegeten. Pakweg sinds ruim 9.000 voor Christus. De beschermde status zal er wellicht ook mee te maken hebben dat de vijg zo’n beetje heilig is verklaard doordat hij deel uitmaakt van de traditionele ‘treize desserts’, de dertien nagerechten die bij geen enkele kerstdis mogen ontbreken. Maar eerlijk is eerlijk, de vijgen van Solliès-Pont zijn overheerlijk, mollig, succulent en suikerzoet.

Ruim 90% van alle vijgen die tegenwoordig in Frankrijk worden geoogst komt uit de Var, met name uit de Vallée du Gapeau (circa 75%), waar de gelijknamige rivier doorheen stroomt, met een rijke, goed gedraineerde bodem en een microklimaat waarin de vijg prima gedijt. Een perfecte plek voor de vijg: koel aan de voeten en met het gezicht in de zon. Vooral de omgeving van Solliès-Pont, dat zich graag als de hoofdstad van de vijg afficheert, is de oogst goed voor zo’n 2.500 ton per jaar.

De variëteit ‘violettes de Solliès’ stamt eigenlijk ‘pas’ uit de middeleeuwen, maar overtrof in kwaliteit en populariteit al gauw andere varianten. Liefhebber Lodewijk XIV liet zelfs 700 vijgenbomen planten in de moestuin van Versailles. Naast de naam ‘Violette’ wordt ook de naam ‘Parisienne’ gebruikt. ‘Parisienne’ ontstond omdat buiten de Provence de vijg vooral veel aftrek had bij de Parijzenaars toen eenmaal in de 19e eeuw de vijgen per spoor vervoerd konden gaan worden. Maar het gaat gewoon om ‘onze’ Provençaalse vijg (die we in het occitaans ‘figa’ noemen), uit Solliès-Pont. En die heeft dus die eigen AOC gekregen.

Uit eten:

Cavaillon:

  • L’Envol, 35 rue Gustave Flaubert, Ange Rue BelAir.
  • Café Le Paris, 33 cours Leon Gambetta.
  • Relais des Saveurs, 156 ave. de Verdun.
  • Les Gerandies, 176 cours leon Gambetta.
  • O Bercail, 95 ave. de Verdun.

Solliès-Pont:

  • Brasserie La Fontaine, 2 place du Général Charles de Gaulle.
  • Lou Pichoun, Place du Général Charles de Gaulle.
  • L’Amandière, 10 chemin du Pierre Blanche.
  • La Ferme du Gapeau, D258, Le Petit Beaulieu.

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

Of reageer met je Facebook account

Scroll naar boven