Het verhaal van de Fondation Maeght

do 21 september 2023

Categorieën: , ,

Door Maria Edelman

Een uniek museum daar in Saint-Paul-de-Vence (Alpes-Maritimes)? Nee, bij de opening van de Fondation Maeght in 1964 zei de toenmalige cultuur-minister André Malraux:”Dit is geen museum, maar een plaats voor creatie”. En dat  bijzondere karakter werd bij die feestelijke gebeurtenis meteen bevestigd door optredens van Ella Fitzgerald en Yves Montand.

Aimé en Marguerite

Het begint allemaal in 1925 in Cannes waar Aimé Maeght (1906-1981), na afronding van zijn grafische opleiding in Nîmes, een baan krijgt als lithograaf bij Robaudy. Hij ontmoet al snel de pittige Marguerite Devaye (1909-1977); ze trouwen in 1928 en twee jaar later wordt hun zoon Adrien geboren. Ondernemend als het echtpaar is openen ze in 1936 in de Rue des Belges een winkel met meubelen waar boven wat schilderijen worden opgehangen. Aimé, met zijn grote talent als lithograaf, blijft werken bij Robaudy en wordt daar opgemerkt door Pierre Bonnard, wanneer deze een affiche laat ontwerpen door Aimé voor een liefdadigheidsavond met Maurice Chevalier. Als de Tweede Wereldoorlog uitbreekt wordt Aimé gemobiliseerd en vertrekt naar Toulon. Marguerite runt in haar eentje (met twee kinderen, Bernard werd in 1942 geboren) de zaak, waar de meubels ondertussen zijn vervangen door schilderijen (onder andere van Jean-Gabriel Domergues, André Marchand en Dany Lartigue) en de naam is veranderd in Galerie ‘Arte’.

Labyrinthe Miró

Bonnard en Matisse

Ze neemt contact op met Bonnard, zonder precies te beseffen wie hij eigenlijk is, en probeert hem ervan te overtuigen dat ze een doek voor hem kan verkopen, ‘want dat doet ze tenslotte ook voor Pastour’ (een regionale schilder uit die tijd, sic). Bonnard, gecharmeerd van het echtpaar, geeft haar een doek dat ze in de etalage hangt en inderdaad – en ook nog voor een goede prijs – weet te verkopen. Die ervaring heeft de ogen voor beiden geopend.

Na de oorlog is het opnieuw Bonnard die het echtpaar stimuleert een galerie in Parijs te beginnen. Ook brengt hij hen in contact met Matisse (op dat moment zonder vaste galerie), die hen belooft schilderijen beschikbaar te stellen voor een expositie. In Parijs hebben ze het geluk dat ze de galerie kunnen overnemen van de beroemde expert André Schoeler aan de Rue de Téhéran en in oktober 1945 wordt Galerie Maeght geopend met recente doeken van Matisse.

Geen contract nodig

Het karakter van de galerie is veelzijdig en vertegenwoordigt diverse richtingen in de kunst. De Maeghts omarmen cultuur in de brede zin: zowel schilders als schrijvers, maar ook musici (Aimé is een verwoed jazzliefhebber en bevriend met de grootsten als Duke Ellington) of dansers zijn welkom.

Alles gaat in volstrekt vertrouwen en nooit op contract. Zoals Marguerite ooit verduidelijkte: “Als je een goed contact hebt, heb je geen contract nodig en als het fout zit, lost een contract niets op.”

De galerie bloeit en behoort binnen de kortste keren tot de belangrijkste galeries voor eigentijdse kunst in Parijs.

Gemeenschap én onderneming

Dan sterft in 1953 Bernard. 11 jaar oud, leukemie. Fernand Léger raadt het echtpaar aan om een lange reis te maken, naar Amerika te gaan. Ze bezoeken de collecties van Barnes, Phillips en Guggenheim en langzaam rijpt het idee voor een eigen stichting. “Het had iets geheims, iets waaraan we ons vast konden houden.”

Hij overwoog een ruimte waar hij zijn collectie kon onderbrengen (sinds het begin van de galerie had hij al tussen de 1500 en 2000 kunstwerken verzameld), en hoopte een plek te creëren waar ‘hun’ kunstenaars konden samenwerken en ideeën uitwisselen. Nog één keer wilde hij een risico nemen: “Ik had lucht en ruimte nodig en wilde geen super galerie maken in de vorm van een stichting, maar iets neerzetten wat aan de gemeenschap toebehoort en tegelijk een onderneming is, die onafhankelijk kan reageren.”

Het echtpaar dacht aan Vence, waar ze een terrein hadden van zes hectaren. Maar in die jaren toen Parijs nog het onbetwiste centrum van de kunst vormde, was het tegendraads en best riskant om in de provincie iets te beginnen.

In elk geval konden ze rekenen op de steun van ‘hun’ kunstenaars. Fernand Léger had het hen al toegezegd: “Als je dat doet, draag ik met mijn geklieder bij. Ik zal zelfs de rotsen schilderen …”

Ook anderen waren allang vertrouwde gasten in Vence: thuis bij de Maeghts of bij Titine en Paul Roux in La Colombe d’Or. George Braque kwam elke winter en stimuleerde het echtpaar om ‘tussen de tijm, rozemarijn en de lavendel’ iets voor kunstenaars te bouwen. Miró en zijn familie logeerden er geregeld, maar ook Jean Bazaine en Raoul Ubac kwamen naar Vence, evenals schrijvers en dichters als René Char, Pierre Reverdy, Jean-Paul Sartre en Jacques Prévert.

Chagall aan het werk

De ruïne van een kleine kapel

Van meet af aan was duidelijk dat de Spaanse architect Josep Lluis Sert, die net het atelier voor Miró in Palma de Mallorca had gebouwd (1955), met zijn grote belangstelling voor het mediterrane bouwen, het complex zou gaan ontwerpen. Er werd ook van de kunstenaars van de galerie een bijdrage verwacht: Josep Llorens Artigas, Braque, Calder, Chagall, Eduardo Chillida, Giacometti, Miró, Pierre Tal-Coat en Raoul Ubac mochten vrijelijk hun ideeën uitwerken, mits het binnen de grens van het technisch haalbare bleef.

Uitgangspunt voor het complex was de ruïne van een kleine kapel, opgedragen aan de heilige Bernardus, die werd herbouwd en waaromheen de expositieruimtes met kantoor, een bibliotheek en een café moesten verrijzen. Hoewel er voor de bouw een decennium was uitgetrokken, kon al na vier jaar minister Malraux worden ontboden om in Vence de Fondation openen. Op 28 juli 1964 kreeg hij de sleutel uit handen van de drie kleindochters van het echtpaar Maeght.

fondation-maeght.com

 

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

Of reageer met je Facebook account

Scroll naar boven