Onverhoeds werden Francies, mijn vriend de aannemer, en ik tijdens ons dagelijks apéro op het café-terras aangesproken door Émilie die op de mairie een onduidelijke functie vervult. Chef stempelkussen, of daaromtrent. We hebben liever niet dat we in onze debatten gestoord worden, maar ze is met meer dan ruime voorsprong la beauté du village. Nou is dat ook niet zo heel moeilijk bij een gemiddelde leeftijd van 70+. In de damescategorie scoor je als veertigjarige al heel gemakkelijk de titel Miss Village. We komen haar meestal tegen als ze rokend op weg naar de tabac is. Dat is tevens het lokale gokpaleis en behalve sigaretten koopt er steevast een stapeltje loten. Op Quatorze Juillet doet ze uitbundig aan zang & dans.
Dankzij de weduwen in het maison de retraite, de immer spionerende Allesweters die ver vooruit liepen op Google en Wikipedia, is algemeen bekend dat Émilie zwanger moet zijn geweest, maar van enigerlei kind is nooit iets gebleken. Een raadsel dat de Allesweters al jaren bezighoudt en tot hun ergernis maar niet kunnen oplossen. We weten ook allemaal dat ze op 15 augustus jarig is. Een officiële feestdag, Maria Hemelvaart. Kennelijk zocht Maria het een tijdje geleden op die datum hogerop. Zonder space shuttle hemelwaarts. Frankrijk is zo katholiek niet meer, maar een vrije dag inleveren zit niet in het rosé-dna van de Zuid-Fransen. Gelukkig maar, vind ik.
Tot onze verbijstering bood Émilie ons een drankje aan en meteen roken we onraad.
Of we op de foto wilden. Ik hoefde niet eens naar Francies te kijken om te weten dat hij zijn gelooide gelaat iets verder onder zijn wielerpetje verborg. Ik viel terug in de onderbond der verwarden. Wij op de foto? Je kon ons net zo goed vragen of we in IJsland druiven wilden plukken.
We zijn nette mensen. Van de schrik bekomen vroegen we wat de bedoeling was. Haar exposé kwam erop neer dat ze een foto-archief samenstelde voor het 6 pagina’s dikke kwartaalmagazine van de gemeente. Foto’s van alle 900 dorpelingen, dat was het idee. En dan volgend jaar misschien wel een heuse tentoonstelling. De burgemeester heeft me weleens gevraagd of ik niet een stukje wilde tikken voor het magazine waarvan hij tevens hoofdredacteur is. Ik zei dat mijn Frans niet goed genoeg was.
Het is ons eerder overkomen, die vraag of we op de foto wilden. We zaten met het vaste groepje kletsmajoors aan de ronde tafel op het terras toen een onmiskenbare toeriste een foto wilde nemen. Die dacht waarschijnlijk dat we er als typische Provençalen uit zagen en dat we met die paar flessen rosé en wat glazen pastis op tafel illustratief waren voor het Zuid-Franse leven. Bewondering of juist afschuw? De ook hartje winter altijd sokloze Brulboei keek de vrouw boosaardig aan, Francies en ik schudden van nee en de Pens uit Amiens, de gepensioneerde onderwijzer die vanwege de warmte geen colbertje aan had en gewoon in z’n bretels was aangeschoven, koos partij voor ons nee-zeggers. De burgemeester aan het mineraalwater hield zich zoals altijd op vlakte, maar Jacques, de jonge chef van het Office du Tourisme die president op z’n visitekaartje heeft staan, vond dat we niet zo moeilijk moesten doen. Wie weet, reclame voor het dorp! Hij heeft inmiddels bijgeleerd.
We vonden het wel een beetje lullig dat we Émilie een blauwtje lieten lopen en boden haar een glaasje aan. Ze weigerde.
Vanmiddag vertelde de burgemeester dat het foto-archief er niet komt en dat de expositie ook niet door gaat. Want eigenlijk alleen de weduwen in het maison de retraite hadden zich enthousiast getoond.