(klik op de foto’s om ze te vergroten)
Geïnspireerd door de verbluffend mooie natuur van de Luberon die op de achtergrond meekeek, viel de wijnkeuze voor het diner bij de charmante gîte in Vaugines op een vin naturel van een producent uit Cucuron. Van het gebaande en conventionele wijnpad af, met wijn in zijn blootje, zonder sluier van sulfiet en andere duistere kelderkleding, was een woest aantrekkelijk vooruitzicht. Ik was er klaar voor. Het wijnhart klopte in volle verwachting op het moment dat de fles open zou gaan op de met gîte-servies aangeklede tafel op de groene heupen van de Luberon. De overweldigende lawaailoze stilte, alleen de geluiden van de natuur, een zanglijster heft het avondlied aan. Hoewel alles in de Luberon beter smaakt dan waar dan ook op deze wereld, was deze natuurwijn beslist geen coup de foudre. Een moeilijk stuurs en onzuiver wee brouwsel dat alle kanten opschoot, behalve de goede. Ik verspil liever niet het edele vocht, maar na veel moeite met het eerste glas, verdween het restant toch echt terug de natuur in. Ik wist niet of het ooit nog goed zou komen tussen mij en natuurwijn.
De Bende zonder zwavel
De term vin naturel komt voort uit een wijnbouwbenadering die is ontstaan in Beaujolais, zo ongeveer in de zeventiger jaren van de vorige eeuw als reactie op ‘conventionele’ wijn. In die jaren was het juist hip en modern om de – van oorsprong biologische wijngaarden – te bewerken met kunstmest en pesticiden. Eenmaal in de wijnkelder kwamen er ook (chemische) manieren om vinificatiefoutjes en bederf onder het vineuze vloerkleed te vegen.
Het was de ‘Bende zonder zwavel’, een club van 5 wijnmakers die vanuit Beaujolais de aanzet deed tot de vin-naturel beweging, het maken van wijnen zonder sulfiet.
Er zijn verschillende stromingen binnen de ‘mouvement’ die het onderling vanzelfsprekend oneens zijn over wat nu échte vin naturel is. Het is in Europa verboden om de term ‘vin naturel’ op de fles te vermelden, maar sinds maart 2020 mogen Franse wijnbouwers onder strikte voorwaarden de uitdrukking ‘Vin Méthode Nature’ gebruiken. Een wijn mag dit logo dragen als het een biologische wijn is waaraan geen of heel weinig sulfiet is toegevoegd. Let wel: toegevoegd sulfiet.
Gerommel in een groezelige cave
Sulfiet komt van nature voor op de schil van druiven, alle wijnen bevatten op natuurlijke wijze sulfieten. Samengevat zijn de regels voor gebruik van het logo Vin Méthode Nature: een biologische of biodynamische werkwijze, handmatige oogst, vergisting met wilde gisten, geen ingrepen in het karakter van de wijn, geen klaring en hooguit lichte filtering.
Veel natuurwijnmakers hebben lak aan de wensen van de consument en in het slechtste geval wachten zij vol verwondering af wat de natuur hun schenkt en rommelen maar wat aan in een groezelige cave. Laissez faire, laissez passer.
Dat levert nooit de beste natuurwijn op. Juist bij het maken van vin naturel is het enorm belangrijk om hygiënisch te werken en constant te analyseren. De beste producenten gaan, wanneer er fundamenteel een fout zit in de wijn, niet sleutelen aan de wijn zelf, maar voeren veranderingen door in de wijngaard. Goede wijn begint immers bij goed fruit, wijn maak je in de wijngaard.
Zo’n sfeervol dorp in de Grand Luberon
Terug naar de Luberon en een tweede kans voor een vin naturel. Die vond ik niet zo heel ver van Vaugines in La Tour d’Aigues, een van die sfeervolle dorpen van de Grand Luberon, bekend om het renaissancekasteel. Tenminste, wat ervan over is. Het meesterwerk is in 1780 afgebrand en nooit hersteld. Ondanks dat het echte kasteel ontbreekt, zijn de gevels nog steeds mooi om te zien. Begin juli vormt de binnenplaats de tribune voor Les Nuits du Château, een dansfestival op een feeërieke locatie. De gekwelde gevels vormen het decor voor een bruisend contrast tussen moderne dans en het renaissanceverleden.
Van Parijs naar het platteland
Even buiten het dorp bruist het ook in de wijngaard, kelder én in het brein van Marie Séité. Zij heeft er in 2018 een domaine van 6,3 ha wijngaarden overgenomen, en dat terwijl ze ooit in Parijs woonde en bij een muziekuitgeverij werkte. Door een ingrijpende gebeurtenis in haar leven verruilde zij de kakafonie van het stadsleven voor een leven dichter bij de natuur. Domaine des Passages ligt op een kleine heuvel tussen Cucuron en La Tour d’Aigues, op zo’n 360 meter hoogte, niet ver van het Étang de la Bonde. Het is er ware haven van vrede: een oud Provençaals huis, omringd door olijf- en granaatappelbomen. Ze maakt er wijn in harmonie met de natuur: geen pesticiden, eigen gisten, geen klaring, geen toegevoegd sulfiet. De bomen op het domaine zijn een paradijs voor zanglijsters; de vogel siert het verder sobere etiket van haar wijnen. Haar druiven zijn viognier, syrah en, totaal niet voor de hand liggend in Frankrijk, de nebbiolo.
25 jaar oude stokken viognier
Op mijn proeftafel, opgeleukt met een Provençaals tafelkleed om toch nog enigszins het Luberongevoel op te wekken op een onstuimige en kille Pinksterdag in Nederland, staan twee van haar wijnen: de witte Spigaou 2019 en de rode Pouperlo 2019.
De Spigaou is een witte wijn uit het tweede oogstjaar van het domein, gemaakt van 25 jaar oude stokken viognier. Ongebruikelijk voor de Luberon, want dit ras is voor de AOC Luberon alleen als ‘cépage accessoire’ toegestaan. De wijn is dus als Vin de France op de markt gebracht. Spigaou is het Provençaalse woord voor ‘orge des rats’, het kruipertje, een grassoort die je vaak aan de randen van zonnige paden ziet. De ruwheid van de kolf voorkomt dat deze terugglijdt. Hij gaat altijd vooruit! Een metafoor voor de gedrevenheid van de wijnmaker.
Troebel en intens strogeel
Eenmaal in het glas zie je direct dat de wijn niet gefilterd is. De Spigaou is troebel en heeft een opvallende, intense strogele kleur. Een aromatische frisse geur stijgt op: gekonfijte citroen, abrikoos en iets medicinaal kruidig. Ook beleef je dat de wijn geen filtering kent: een rubbelig mondgevoel. Hoewel viognier van nature wijn oplevert met lage zuren en als geurbom bekend staat, is de Spigaou ingetogener. Een aangename mineraalbitter toont zich bij de afdronk en ook iets van hooi en fijne kruidigheid. Een prettig drinkbare, levendige en rijke wijn, je proeft haast de energie die Marie Séité erin heeft gestopt. De druiven zijn medio augustus 2019 met de hand geoogst. Daarna laat ze de most 24 uur bezinken (débourbage), een proces dat de noodzaak voor filtratie of klaring vermindert. Daarna gaan wilde gisten aan de slag en halverwege de fermentatie gaat de most voor 8 maanden in gebruikte Bourgondische vaten van 600-700 liter. Die houtopvoeding draagt de wijn, geeft hem structuur. Een verrassend mooi en eetlustopwekkend glas, levendig en harmonieus, doordrinkbaar en sans chichi.
Wat eten we erbij? Filet mignon aux citrons, moules crème lardons, poulet au citron et olives of een geitenkaasje uit de Luberon.
Provençaals voor de schil van de druif
Gesterkt door deze positieve ervaring met natuurwijn, begon ik aan de verkenning van de rode Pouperlo 2019, van 100% syrah. Pouperlo is Provençaals voor schil van de druif, ontdaan van sap. Die schillen weken 35 dagen mee in de most, en dat proef je.
Bij het inschenken vult het glas zich met de bijna ondoorzichtige inktzwarte kleur die syrah kan hebben. De eerste indruk is fijn en elegant. Veel sappig zwart fruit, de geur van garrigue, het fijne witte pepertje van syrah. Vol energie, de wijn lijkt te dansen in je mond, niet gehinderd door overmatige houtopvoeding of strenge tannines die tegen de zijkant van de wangen botsen. Schitterende veelbelovende wijn, nog jong, dus met de jaren zal deze alleen maar aan schoonheid winnen. Best heftig om solo te drinken, het is vooral een gastronomische wijn, goed bij een daube Provençale of pot-au-feu.
Wijn zoals ooit bedoeld was
Kortom, wat mij betreft een nieuwe ster aan de wijnhemel van de Luberon, zelf nog redelijk groen in het wijnmakersvak, die laat zien dat het kan om geen sulfiet te gebruiken, groener te werken én goede wijn te maken. Wijn zonder sliertige lingerie van sulfiet, wijn zoals wijn ooit bedoeld is: puur, sappig vergist druivensap met alleen de additieven liefde, aandacht en gedrevenheid.
Er is een klein vonkje over gesprongen. De verbluffend mooie vin naturel van Domaine des Passages vraagt om verdiepende verkenning ter plaatse. Een bezoek aan de Luberon en kennismaken met Marie en de domaine. Er de zanglijster horen zingen, spigaou uit de wandelsokken peuteren, in het groene decor van de Sud-Luberon. De wijnen van Domaine des Passages lieten de zon schijnen op een drassige dag die alleen de natuur blij heeft gemaakt. En dan, wanneer de wind aftaait en de schemering inzet, klinkt opeens het louterende lied van de zanglijster. Vanuit zijn vaste stekkie in de lindeboom zingt hij ons toe: “spigaou spigaou, pouperlo pouperlo”. En daar moeten we het voorlopig mee doen.
Waar te koop: Domaine des Passages, 1020 chemin des Hautes Terres, 84240 La Tour-d’Aigues, https://www.facebook.com/DomaineDesPassages/
Muziek erbij: De zanglijster natuurlijk: https://www.vogelgeluid.nl/zanglijster/
Margôt van Slooten-Preng is vinoloog, met een passie voor de Provence. Je kunt haar volgen op haar blog ‘Tussen Noordzee en Méditerranée’ https://margotvanslooten.com
Op Kijk, Zuid-Frankrijk! vertelt ze over wijn en over haar belevenissen.
Leuk en interessant. Maar over wat voor prijs hebben we het ongeveer?
Merci Arie! De Nederlandse verkoopprijzen liggen tussen de 15 (voor de Spigaou) en 20 euro (voor de Pouperlo). Dit zijn beslist geen ‘slobberwijnen’.