Een ongetwijfeld oververmoeid en bijziend bureaucraatje te Parijs had in corona-verband uitgedokterd dat er op ons café-terras één tafeltje teveel stond. En in een vlaag van verstandsverbijstering had het recent aangetreden management van de kroeg ervoor gekozen het tafeltje links op de hoek onder de groene parasol van Perrier naar de opslag te verbannen. Ten tijde van het apéro omstreeks midi sedert jaar & dag de vaste verblijfplaats van mijn vriend Francis de aannemer, en mij.
Toen ik op de eerste dag dat het weer kon, kwam aansloffen stond hij al druk gebarend het uit een paar dorpen verderop geïmporteerde hulpje van de nieuwe kroegbaas te doceren over de regels van het huis, of althans de onze. Onthutst droop de trainee af, waarna Francis en ik het terras in de door ons als vanouds bepaalde samenstelling herschiepen. Een tafeltje op ónze plek, 2 stoelen naast elkaar, uitzicht op het geringe verkeer en de voorbijgangers, toen nog alleen dorpsgenoten die we ondanks de maskerade allemaal herkenden. Aan hun wandelstok, hun speciale loopje, de boodschappentas, la veuve Marie-Claire met niettemin steevast elke dag drie baguettes onder haar arm, aan de hondjes met hun (niet zo)baasjes, en aan de soms uitbundige voorkeur voor frivole haarverf van het langs-paraderende damesoffensief. Ik heb er geen verstand van, maar misschien is kleurenblindheid ook een aspect van het bejaardendom en de gemiddelde leeftijd hier loopt toch al gauw tegen de tachtig. ’t Kan ook zijn dat in het maison de retraite de coiffeuse gesponsord wordt door een commerciële missionaris van het kleurenpalet groen, paars en oranje. Al wil aan de vooravond van feestelijkheden ook het blauwspoelinkje nog wel eens furore maken. Naturel grijs is in die kringen echt een teint van vóór De Gaulle. Niet zo rollator-2.0 zullen we maar zeggen.
We hadden dan wel onze plek heroverd, maar er klopte iets niet. Pré-corona en onder het vorige regiem stonden onze glaasjes al klaar nog voor we plaats hadden genomen. Jarenlang hadden we nooit iets hoeven bestellen. Als ze ons vanuit de bar aan zagen komen lopen, wisten ze: minuut of twee, drie à vier keer twee nepzoenen, handen schudden en gauw kennisnemen van de jongste roddels, dan gaan ze zitten en moet de rosé gereed staan. We hadden de recherche niet nodig om op onze manier de feiten te achterhalen: een of andere gewiekste idioot met ‘consultant’ op z’n visitekaartje had in het kader van de overname van ons café eigentijds aangedrongen op reorganisatie: personeelsbestand van 1 naar 0 terugbrengen. Een bezuinigingsoperatie van jewelste, maar wij waren mooi onze vaste terrasvedette kwijt die altijd sneller dan het licht de glazen bijvulde. Zolang we ze zelf bedenken, zijn Francis en ik van de complottheorieën: die adviserende aktetas was ‘sûr & certain’ door de bank gestuurd. Een dorpskroegje neem je immers niet in een vloek en een zucht over, daar komen bancaire grootboeken aan te pas.
Francis en ik zijn het structureel oneens. Daarom spreken we elkaar graag dagelijks. Ik wees op de verkiezingsaffiches op de boulesbaan, maar het item sloeg niet aan. Hij is van Le Pen, (nou ja een beetje) en ik ben niet alleen links-handig. Over Les Bleus in de ‘poule des doods’ op het EK begon ik maar niet. Voor een fan als hij ligt rugby en daarmee álle sport nu even heel gevoelig, na dat dramatische seizoen van zijn Rugby Club de Toulon. En voetbal rekent hij tot de damessporten: “nog geen bal geraakt of ze zijn al mank”.
Vanaf de parking kwam een kort gejurkt iemand zonder masker maar wél met een luidruchtig rolkoffertje de aandacht trekken. Een hele verschijning in naar mijn idee modieuze televisieverpakking en ondanks het krakkemikkig plaveisel uit eeuwen her, zelfbewust op ultradun geslepen naaldhakken.
Tot m’n verbijstering liep Francis haar snel tegemoet. Ik wist niet beter of we deelden in elk geval één opvatting: liever geen toeristen. Hij nam het koffertje over en liep met haar mee de steile Rue Ancienne op. Pas na een kwartier was hij terug, en ik een glaasje verder.
“Vertel!”, zei ik bevelend.
“Klant! Italiaanse! Vorig jaar heb ik bij haar vakantiehuis het terras overdekt en nu heeft ze nieuwe plannen, ze had me al gebeld, ze wil hier komen wonen.”
Ik knikte, liep de bar binnen en bestelde een glas Franse whisky voor ‘m.
Ik gunde ‘m z’n succes, maar de nieuwe chef executive officer achter de bar kon niet leveren, hij had geen whisky. ‘Positief geteste oen’, smaalde ik in gedachten. Had ‘negatief getest’ moeten zijn geloof ik. Van dat virus raak je op alle mogelijke manier in de war. Sinds wanneer is positief fout en negatief goed? Iedereen weet dat er in het dorp behalve voor rosé ook een markt voor whisky is, voor de Franse dan. Behalve dat nieuwe management blijkbaar.
Het liep al tegen half drie voor we op huis aan gingen. Mijn vriend in z’n beste stemming, ik peinsde over de ‘addition’. Moest ik die anno nu nou positief of negatief noemen? De rosé was 50 cent duurder geworden, per glas nota bene. Mocht ik nog blij zijn dat ze geen whisky hadden.
Door Peter Hagtingius
Dit bericht delen op:
Helaas is het coronavirus geen uitvindsel van de overheid om notoire terrasbezoekers dwars te zitten, zoals u doet overkomen. Met ruim 3,5 miljoen doden wereldwijd is het maar te hopen dat we er ooit van af zullen raken. Met uw stukjes bagatelliseert u de pandemie. Een slecht voorbeeld voor uw lezers! Ik ben enorm francofiel en verblijf er meerdere maanden per jaar. Vanaf vorig jaar niet meer ivm corona. Ik popel om weer te gaan zodra dit kan. Ik hoop dat er in mijn (Franse) omgeving wel wat serieuzer wordt aangekeken tegen deze coronaramp. Zonder de coronamaatregelen, waaronder uw verplaatste terrasmeubilair, waren er veel meer zieken en doden te betreuren. Het terugzetten van de stoelen staat misschien wel stoer maar is in wezen asociaal!
Dag Johan,
Ik tik heel soms ‘een stukje om te lezen’ dat dan -vaak tot mijn verbazing- ook nog geplaatst wordt. Ik heb gelukkig geen ‘voorbeeldfunctie’, ook geen andere. De volgers van dit platform hebben overigens helemaal geen ‘voorbeeld’ nodig en al helemaal niet van mij. Het idee!
Ik denk dat de herinrichting van het terras van ons café niet in aantoonbare mate heeft bijgedragen aan de mondiale verspreiding van het virus.
Ik treed niet nader in debat, maar over uw francofonie tik ik misschien nog een keer een paar regels. Neem dan in aanmerking dat ik ertegen gevaccineerd ben.
P.Hagtingius
Tjonge, tjonge Johan, niet zo serieus…
Er gloort toch weer een sprankje hoop aan de horizon.
Persoonlijk vind ik dat Frankrijk zich beter aan de regels heeft gehouden en nog houdt wat de pandemie betreft dan (veel lakser) Nederland.
Zo, dat moet eens gezegd en geschreven worden.
En geef mij nu maar een franse whisky :-)