Zoals elk jaar worden er op de Salon de l’Agriculture in Parijs (nog tot 27/02) hopen medailles, certificaten en eervolle vermeldingen uitgedeeld. Voor de melkigste koe, de grazigste geit, het smakelijkste kaasje en noem maar op. In totaal gaat het om 23 categoriën, met meer dan 18.000 producten, er valt dus aardig wat aan te prijzen. Maar de berg wijnprijzen slaat werkelijk alles. Echt duizenden wijnen kregen door een ‘vakbekwame jury’ een waarderend stickertje opgeplakt: alleen al hier in de Var gingen 273 bouteilles met een medaille ‘d’or’, ‘d’argent’ of ‘de bronze’ aan de haal (klik hier voor de complete palmarès). En dan denk ik, ’t zal best maar dit slaat nergens meer op. Pure commercie en verder niks. Ja, promotie van het eigen product, want vanzelfsprekend worden er uitsluitend Franse flessen onderscheiden, al zag ik in de gauwigheid ook twee door Nederlanders gerunde châteaux uit de Var voorbijkomen, maar die zijn nog net van eigen bodem, want hier geproduceerd. Wijnen van echt buitenlandse komaf zijn van mededinging uitgesloten, net zo min als ze hier -een enkel verdwaald flesje uitgezonderd- vrijelijk in de supermarkten te krijgen zijn. Dat gaat regelrecht in tegen de EU-regels (vrij verkeer van goederen), maar de Fransen trekken zich daar geen donder van aan en voeren een strikt protectionistisch bewind, al noemen we het ‘inkoopbeleid’. Logisch, want Franse wijnen hebben flink wat concurrentie te duchten van over de grens. Prima Italianen, degelijke Duitsers en veel, heel veel heerlijke wijnen uit de nieuwe wijnwereld. Voor een habbekrats, als je ze vergelijkt met de peperdure flessen van Franse bodem. Natuurlijk zit daar ook veel moois tussen, maar de prijs/kwaliteitsverhouding is al jaren grondig zoek. Maar ja, als de alternatieven buiten de deur worden gehouden is er weinig keus. Dus plakt men te Parijs op duizenden flessen een waarderend medaillestickertje. Zodat het torenhoge prijsstickertje gerechtvaardigd wordt. En misschien een tikkie minder opvalt.
Mijn eigen wijnboer hier om de hoek viel vanzelfsprekend niet in de prijzen, had ook niks ingestuurd want hij vindt het hele prijzencircus “la connerie totale”. Hij serveert zijn slobberversie gewoon ‘en vrac’. Daardoor kan hij de betere kwaliteit ‘en bouteille’ voor een prettige prijs aanbieden. Ook geen toppers, maar heel behoorlijk, en de prijs/kwaliteitsverhouding is bij hem wèl in orde. Het heeft hem door de vele jaren heen (hij is 78) een onwrikbare lokale cliëntèle opgeleverd. Van concurrentie uit het buitenland heeft híj dan ook niets te vrezen. Daar zorgen we zelf wel voor.
Dit bericht delen op:
Allo Renée,
Inderdaad: wijn van om de hoek is eigenlijk bijna altijd ok. Wij geven vaak de voorkeur aan cooperatieven deze zijn heel goed in de streek van Côte du Rhône.
Geen wijn uit NL graag. Ik word er niet goed van. De mensen die zich in Gelderland/Achterhoek wijnboeren noemen lopen alleen maar te klagen over het slechte en vochtige klimaat in NL. En zo viel de oogst van vorig jaar -alweer- tegen. Dan klagen ze en willen ze financiele ondersteuning. En anders wordt het flesje zeer matige, zeg maar gewoon: niet lekkere, witte wijn nog duurder dan het al is. Hier vragen ze zonder blikken of blozen gerust vanaf EUR 15 voor een flesje minder dan middelmatige wijn!
Santé voor jou daar in het heerlijke zuiden.
Groet, Esther