“Yamina! Wat doe je nou?”
Ik trof madame Mahmoud, mijn thuishulpvriendin, aan op een keukentrapje, terwijl ze met de stofzuiger verwoed omhoog porde naar een mini-disje. Oké, officieel heet zo’n te verwaarlozen reptielachtige een gekko, een hagedisje, maar sinds ik m’n toen nog piepjonge dochter vele jaren geleden van haar angst voor kruipers en sluipers probeerde af te helpen heten die dingen disjes.
Dat ging eigenlijk vanzelf. Er sloop wat over de balken boven het overkapte terras tijdens zo’n warme zomeravond waarop je vanzelfsprekend buiten blijft zitten tot zelfs de laatste cigale het voor gezien houdt. Dat ‘iets’ viel met een bescheiden plofje naast haar bord op tafel. Geen opzet, gewoon een vergissing, of even geen houvast meer, wie weet. Gruw, eng! Ze was al bijna van schrik van haar stoeltje gestruikeld toen ik haar maande om toch vooral te blijven zitten. En te kijken. “Dat beestje is banger voor jou dan andersom.” Dat viel mee, die hagedis vond het wel best op tafel, kopje parmantig omhoog, de omgeving alert afspeurend met priemende oogjes. De dochter vond het maar niks. Al helemaal niet toen dat rare reptiel ook nog eens bovenmatig geïnteresseerd bleek in het restje tiramisu op haar bordje. Met één handwapper werd er een einde gemaakt aan de zomeravond-idylle.
Er kwamen meer zomeravonden, en meer hagedissen langs. Ik besloot ze namen te geven, het onbekende buitenleven te benoemen. Dus de eerstvolgende hagedis werd ‘mevrouw Haagje Dis’, gevolgd door ‘meneer Heuse Dis’, en de kindertjes ‘Dis Trom’, ‘Dissewis’ en ‘Nogmeerdis’. Daarna kwam nog een hele reutel ‘Disteveeltjes’, want die dingen waren op een zeker moment niet meer te tellen. Maar goed, de boodschap kwam aan; doordat ze namen hadden gekregen waren die reptilio’s ineens niet meer eng. Ze kon er zelfs om lachen.
Maar leg dat maar eens uit aan Madame Mahmoud, die als de dood is voor alles wat in elk woonhuis op het platteland een aantrekkelijke pleisterplaats ziet en graag even zonder kloppen komt buurten. Spinnen, torren, rupsen, mieren, muggen, vliegen, muizen: you name it, we’ve got it. We hebben zelfs een bescheiden vleermuizenkolonie achter een paar hooggelegen niet-gebruikte luiken. En de disjes natuurlijk. Ik ben daar blij mee; het betekent dat we de natuur niet al te zeer verstoren met onze aanwezigheid. Wat ook blijkt uit de vele vogels die onze tuin frequenteren en soms vrijwel naast je lunchbordje het hoogste lied aanheffen. Dan moet je dus niet met de stofzuiger op huisdisjes gaan jagen. Die bovendien ok nog eens heel nuttige insectenvangers zijn.
Madame Mahmoud vond het bij nader inzien ook wel lullig, ze had er al eentje opgezogen ook nog. Of ze die dan buiten moest zetten?
“Doe ik wel”, bood ik ruimhartig aan.
Ze liet opgelucht haar adem ontsnappen. “T’est trôp gentille pour le monde”, hoofdschudde ze de kamer uit. Vrij vertaald: ‘Je bent knettergek’.
En gek hè, daar voel ik me prima bij.
Dit bericht delen op:
Beste Reneé,
Beter *.disjes dan schorpioenen, zoals in de fraaie romantische film “A Good Year”. Zijn er die ook bij jou in de buurt ?
het allerbeste overigens ..
René
Tuurlijk hebben we hier schorpioenen René. Maar ‘t zijn kleintjes dus dat valt alleszins mee.
Dag Renée,
Heerlijk verhaal weer. Dank daarvoor. Even iets ‘dicht bij de grond’ in plaats van alle ellendige berichten die we uit Frankrijk krijgen op het ogenblik.
Ik heb wel eens gehoord dat gekko’s geluk brengen, dus wees blij. En het is je gegund.
Suggestie voor een naam voor de volgende Dis: Adriaan natuurlijk.
Hartelijke groet,
Cora
Merci Cora. Even iets luchtigers moest maar kunnen, vond ik. Al is de realiteit nooit ver weg. Gewoon even naar Duitsland-Nederland kijken was er vanavond ook weer niet bij wegens terreurdreiging. En bij het schooltje op het dorp staan ineens weer dranghekken en een champêtre wegens vigipirate. Laten we hopen dat je gelijk hebt en dat gekko’s geluk brengen. Maar om er nou eentje Adriaan te noemen….
In een terrarium hield ik een paar hagedissen als puber.
Nu denk ik daar anders over.
Ik geniet dan ook veel meer van de vrijlevende dieren om mij heen.
Disjes ben ik in mijn tuin nog niet tegen gekomen.
Adriaan staat wel in mijn boekenkast.
Mooi blog!
Natuurvriendelijke groet,
Mooi zo Rob, ze horen inderdaad niet in gevangenschap. Maar Adriaan zal zich vast wel thuisvoelen in je boekenkast.
Onze Gekko’s zijn zeer welkom, elk vliegje dat ze vangen is een zorg minder.
Helemaal met je eens Henri. Gisteren was madame Mahmoud er weer; het huisdisje heeft het overleefd. :-]
Tjitjak ze brengen geluk. Ben altijd blij als er eentje binnen is.
Da’s ook nog eens waar Lois. Ik heb er nu eentje die in de woonkamer overwintert. Van mij mag ie blijven.