Oesters uit de Camargue

wo 18 oktober 2023

Door Raoul Duchemin

In Port-Saint-Louis-du-Rhône wrijft een twintigtal mosselkwekers zich in de handen. Het is ze gelukt: ze hebben hun eigen ‘huître de Camargue’ voor elkaar. En die smaakt uitstekend. Mosselkwekers en oesters? Zeker wel. Al werden ze in het begin voor ‘gaga’ versleten.

Kijk, franse oesters komen uit Bretagne, uit de Languedoc-Roussillon en noem maar op, toch niet uit de Provence?

Sinds een jaar of wat dus wel. Met oesterzaad afkomstig uit de Charente-Maritime slaagden Provençaalse kwekers er in om binnen de recordtijd van tien maanden een formidabele oester nr. 3 te kweken. Dat deden de in de coöperatie Coopaport verenigde kwekers middels een speciale methode: de baby-oesters worden met drie tegelijk aan een lijn ‘geplakt’ en daarna in het water gelaten. De ideale groeiomstandigheden in de Camargue doen de rest en binnen tien maanden is een rijpe, volle, smakelijke oester een feit. Terwijl de klassieke kweekmethode pas na twee tot vier jaar een aangenaam stukje zeebanket oplevert.

Overigens is er ook niks mis met de mosselen uit de Camargue, die zijn mollig en overheerlijk. Maar niet helemaal toevallig staken die Provençaalse mosselmannen de koppen bij elkaar: mooie mosselen leveren zo’n € 1,50 de kilo op. Terwijl zo’n oester al snel € 7,50 per kilo doet. De kwekers denken er een tonnetje of 100 per jaar van te produceren. Vandaar dat handenwrijven.

Volgende stap: een AOP (Appellation d’Origine Protegée) voor de huître de Camargue. Maar dat is een langzaam administratief proces dus dat kan nog wel een paar jaartjes duren.

De mossel werd eerder dan de oester gekweekt

De belangrijkste productieregio van oesterbroed in Frankrijk is de baai van Arcachon, goed voor circa 3 miljard jonge oesters per jaar. Dat zaad wordt uitgezet in andere productiegebieden in Frankrijk en in het buitenland. De Zuid-Franse schaal- en schelpdierkwekerij ontstond zo rond 1875. Doordat de Middellandse Zee geen getijden kent, moeten speciale technieken gebruikt worden: hangende kweek, met behulp van tafels, op een constructie bestaande uit rails waarop dwarsbalken en gekruiste palen rusten.

Tegenwoordig is bijna de helft van de Franse oesterproductie afkomstig uit het Etang de Thau. De variëteit die hier gekweekt wordt, is de Bouzigues-oester, die zijn naam dankt aan een van de kleinste en mooiste dorpen in het gebied rond het Etang de Thau. De oester wordt echter in het hele gebied geteeld en gegeten, ook in plaatsen als Mèze en Marseillan. En tegenwoordig dus ook in de Camargue.

De mosselkweek bestond al eerder dan die van de oesters. In de Camargue zijn vooral de omstandigheden in l’anse de Carteau, ten zuid-westen van Port-Saint-Louis, ideaal. Deze mosselen zijn groter en vleziger dan die uit Bretagne, om maar eens te vergelijken, en hebben een heldere kleur en een stevige smaak. Zo’n vijftigtal producenten zorgen voor een oogst van circa 2.500 – 3.000 ton per jaar, goed voor ruim 10% van de nationale Franse productie. De mosselen worden gekweekt op ‘tafels’ onder het wateroppervlak, in kratten of hangend aan touwen op ongeveer 5 meter diepte. Dat kan allemaal omdat er geen getijden zijn, dus de mosselen kunnen in alle rust tot volle wasdom groeien.

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

Of reageer met je Facebook account

Scroll naar boven