Johnny Hallyday dood, dat zat eraan te komen. Maar toen ik de tv vanmorgen aanzette en het nieuws van alle zenders zowat afgebruld werd dacht ik toch even ‘o god’. Weer een icoon minder, weer een tijdperk voorbij. De rauwe rocker en gevoelige bard, die goed was voor meer dan 100 miljoen (!) platen, is niet meer. In Frankrijk werd hij zo’n beetje als een god vereerd. Zelfs president Macron – die door de weduwe om 2 uur vannacht uit z’n bed werd gebeld – sprak mooie woorden en erkende: “On a tous en nous quelque chose de Johnny”, analoog aan een chanson van Hallyday, “On a tous en nous quelque chose de Tennessee”. En zo is het. Hallyday is een monument en was bij leven al een legende. Ook ik koetser mooie herinneringen aan hem, al wordt zoiets door Nederlandse vrienden en kennissen met ongeloof bekeken. Ik schreef er in 2013 een column over: lees hier maar. Voor wie het dan nog niet gelooft, mijn favoriete chanson. En wie inmiddels overtuigd is klikt hier.
Ik ben het zowaar een keertje eens met Macron: “De Johnny Hallyday nous n’oublierons ni le nom, ni la gueule, ni la voix, ni surtout les interprétations, qui, avec ce lyrisme brut et sensible, appartiennent aujourd’hui pleinement à l’histoire de la chanson française.” We zullen nog veel van Hallyday horen.
Dit bericht delen op: