Tja, daar lag ie dan, de bloemkool. Of liever gezegd de halve bloemkool, want in een bui van oneindige creativiteit had ik de andere helft gisteren – beetgaar gekookt en als salade vermomd – opgeofferd aan de overgebleven tonijnsaus van de vitello tonnato van nóg een dag eerder. Wat moet je met een halve bloemkool als het heet is en je eigenlijk nergens trek in hebt? “Optutten”, droeg de echtgenoot bij aan de inspiratie. Hij was vanochtend op weg naar de brievenbus (een klim langs ons ravijnpad naar de départementale van een klein kwartiertje) om de dagkrant van gisteren te scoren, langs de moestuin van de buurman gekomen; er hadden courgettebloemen gebloeid. Die zijn heerlijk, als je ze vult en frituurt. “Is dat niks?”
Tuurlijk was dat wat. Maar de buurman is meer weg dan thuis, de buurvrouw heb ik al in geen maanden gezien en de moestuin (háár ding) wordt al tijden verwaarloosd. We vrezen een huwelijkscrisis, de kat heeft zijn koffers al gepakt en woont meer bij ons dan daar.
Tegen het middaguur ging ik maar eens kijken, de courgettebloemen lagen er verschrompeld bij, daar viel niks meer aan te vullen.
‘En als ik nou eens die bloemkool frituur?’ dacht ik op de terugweg. Valt niks aan te vullen, maar met een leuk sausje erbij…
Het bleek een trouvaille. Nou ja, mijn versie dan, want gebakken bloemkool bestaat met name in de keukens van het Midden-Oosten, Noord-Afrika en India al veel langer. Bovendien heb ik gekozen voor de luie variant en de basismayonaise voor de saus niet zelf gemaakt. Maar ja, heet hè, en nog een hele middag hard werken voor de boeg.
Ingrediënten:
1 bloemkool
2 eieren
2 tenen knoflook
bloem
witte peper en zout
olie om in te frituren (arachide, zonnebloem o.i.d.)
Voor de saus:
8 bomvolle eetlepels goede mosterdmayonaise (Amora bijvoorbeeld)
2 eetlepels gedroogde dragon
scheut wijnazijn
Bereiding:
Begin met de saus, dan kunnen de smaken lekker in elkaar trekken.
Roer de mayonaise met een scheut wijnazijn los in een kom, roer de gedroogde dragon erdoor en zet weg in de koelkast.
Snij de bloemkool in ferme roosjes, laat die heel kort koken in ruim water (ze moeten nog bijna hard zijn), laat uitlekken in een vergiet.
Breek twee eieren in een ruime kom, doe er peper en zout naar smaak bij, knijp de knoflooktenen er boven uit en klop alles los met een vork. Voeg er beetje bij beetje bloem bij (blijven kloppen) tot er een mooie dikke pap ontstaat die traag van de vork af druipt. Doe de bloemkoolroosjes erbij en schep om totdat alle roosjes rondom met het mengsel bedekt zijn.
Giet een flinke laag olie in een braadpan of een wok (ik kies voor de wok: minder olie, makkelijker omscheppen) en laat heet worden tot de eerste damp van de olie afkomt, maar zeker niet heter! Controleer met een stukje brood of een drupje beslag of de olie heet genoeg is: komt het broodstukje/drupje meteen boven bruisen, dan is de olie heet genoeg.
Doe een eerste portie roosjes in de braadpan/wok (ga uit van vier porties, anders koelt de olie teveel af) en schep ze af en toe om met een schuimspaan, tot ze rondom goudbruin zijn gefrituurd. Schep ze eruit en laat ze uitlekken op keukenpapier. Herhaal de procedure met de rest van de roosjes.
Verdeel over de borden en geef de saus (op tijd uit de koelkast halen!) er los bij.
Stukje sopbrood, glaasje koud lekkers, bon app.
Lekker toch ? Gaan wij ook proberen, simpel en snel. Houden wij van. Dank je wel. En fijn weekend voor jullie 2.
Pareil voor jullie daar!