Calissons de Provence

vr 11 december 2020

Categorieën: , ,

Door Renée Vonk-Hagtingius

Zo in de aanloop naar kerst vallen je dingen op waaraan je anders gewoon voorbij gegaan zou zijn. Zoals een stukje in de lokale krant over calissons. Ik ken dat snoepje sinds ik hier in Zuid-Frankrijk woon, en dan praat je toch al gauw over een jaartje of dertig, dus daar sta je niet zo gauw meer bij stil. Maar het is wel dé specialiteit van Aix-en-Provence, en het maakt een rotsvast onderdeel uit van de Provençaalse kersttraditie ‘les treize desserts’. Daarover hebben we het nog wel een volgende keer. Die calisson is een ruitvormig snoepje van geconfijte meloen, amandelpoeder, honing, suikerglazuur, en nog wat variaties voor wie er een eigen draai aan wil geven. Er zijn diverse legendes over het ontstaan ervan, zo zou het voor het eerst gepresenteerd zijn op de bruiloft van koning René d’Anjou in 1473, vlak na de introductie van de amandel in de Provence. En het zou het zijn naam danken aan een priester die de burgers van Aix niet bijeen riep voor de mis met de Latijnse woorden ‘venite ad calicem’, maar in onvervalst Provençaals: venes touti au calissoun.
Sinds de 17e eeuw wordt er in september een speciale calisson-mis gehouden in de middeleeuwse kerk Saint-Jean in Aix-en-Provence, ter markering van het einde van de pest-epidemie die destijds heerste. Aan de snoepjes werd (en wordt) een zekere geneeskracht toegeschreven. Dus wat is er mooier dan in deze coronatijd je eigen calissons te maken? Moeilijk is het niet. Een beetje geduld moet je wel hebben, want het deeg moet minstens 12 (maar liever 48) uur rusten voor het de oven in mag.

Ingrediënten:
250 gram amandelpoeder
250 gram poedersuiker (+ 50 gram voor het glazuur)
2 eetlepels fleur d’oranger (oranjebloesemwater)
500 gram geconfijte meloen (of abrikoos, of een vruchtenmix)
50 gram geconfijte sinaasappel
50 gram vloeibare honing
1 eiwit
1 eetlepel citroensap
ouwelpapier (facultatief)

Bereiding:
Doe het amandelpoeder, 250 gram poedersuiker, de honing en het oranjebloesemwater in een pan en laat het op laag vuur zo’n 8 minuten inkoken (af en toe doorroeren) tot er een soepel deeg ontstaat; het mag niet aan de vingers blijven plakken.
Laat afkoelen, snij het in stukjes en doe het deeg samen met de geconfijte meloen en sinaasappel in de keukenrobot. Mix de boel op gematigde snelheid tot een homogene massa.
En nu moet je kiezen. Onder de originele calissons zit een stukje ouwelpapier. Geen idee of je dat kunt krijgen, maar zonder gaat het ook best.
Bedek een bakplaat met ouwelpapier, of (zo doe ik het) met een stuk bakpapier.
Verdeel de deegmassa er gelijkmatig over, probeer een dikte van circa 1 cm aan te houden. Beetje dikker mag best, dunner liever niet. Zet weg in de koelkast en laat 12-48 uur besterven.
Klop na de bewaartijd van het deeg, het eiwit met 50 gram poedersuiker tot een smeuïg papje, laat een uurtje rusten.
Verwarm de oven voor op 130 graden.
Steek ruitvormpjes uit het deeg, of vul er een vormpjesmatje mee.
Bestrijk de calissons met het glazuurmengsel.
Laat alles gedurende zo’n 5 à 8 minuten op 130 graden bakken in de voorverwarmde oven.
Goed laten afkoelen, lospeuteren en genieten van pure Provençaalse traditie.

Laat een reactie achter

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

Of reageer met je Facebook account

Scroll naar boven