’t Is heel lang geleden (een kwart eeuw of zo) dat ik zo´n paar muren met een dak in de Provence kocht. Zoals zoveel mensen overkomt. Ik had er hartje zomer in vakantiestemming een beetje rond getuft en dacht: ja, hier wil ik wel wonen! Makkelijker gezegd dan gedaan, maar als je dolgraag wilt, zijn er altijd wel types die je weten te overtuigen dat dromen geen bedrog hoeven te zijn. Na verloop van tijd weet je wel beter.
Op enig moment zette ik dus mijn handtekening. In de zekere wetenschap dat mijn Provençaalse Madurodam-palace in elk geval stroom had. De verkoper was een elektricien, had zijn moeder verteld. Madame handelde de zaak af, haar zoon was even niet ´disponible´. Weken later zou ik in het café horen dat die zoon al een tijdje in het gesticht in Pierrefeu zat opgeborgen. Maar over de elektra maakte ik me vooralsnog geen zorgen, ik had een hele reeks stopcontacten in de muren vastgesteld. Tot ik op de eerste avond van mijn verblijf in mijn Provençaalse koninkrijkje ontdekte dat al die stopcontacten optisch bedrog waren. Ze zaten er wel, maar er zat niks achter, qua verbinding met de stroomleverancier: holle gaten, zonder draadjes.
De volgende ochtend haastte ik me naar het dorp. Iets van mobiele telefoon bestond nog niet, maar er was zo´n telefooncel bij de parkeerplaats. De EDF bellen, zoveel wist ik al wel. Tamelijk wanhopig probeerde ik in mijn toen nog beste Frans uit te leggen dat ik een probleem had in mijn nieuwe onderkomen. Op steeds luidere toon mijn wanhoop ventilerend. Toen werd er op de cel geklopt. “Hoh, doucement! Je peut t’aider?” Ik herkende de langharige hippie die ik eerder in het dorpscafé had gezien waar de makeleuse na het beklinken van de deal met me had geklonken op de goede afloop. ´Sfeer proeven´ was -geloof ik- haar argument om me mee te tronen.
“Qu´est-il-y a?”, vroeg de hippie, die zich voorstelde als Hervé, de elektricien van het dorp. Het vak geleerd van z’n vader. En net als z’n vader de beminnelijkheid zelve. Ondanks zijn tamelijk verwilderde Rolling Stones-uiterlijk. Ik vond ‘m op slag absoluut niet verkeerd.
Ik haakte de EDF af en legde mijn probleem uit. Hervé begon te stralen. “Pas de souci hein. On va te dépanner.” Samen met zijn vader kwam hij me diezelfde middag inderdaad ´dépanneren´: draadje hier, verbindinkje daar, en er was stroom! Bij een dankbare Ricard maakten we nader kennis en sindsdien zijn we al een kwart eeuw goed bevriend. Bijna elke dag doen we een apéro in het café. Dus als er wat is, bel ik Hervé.
Zoals vanmiddag. Er is na alle regen wat gelazer met de verlichting van de ‘piste’ die van de ‘chemin’ naar de ‘berge’ voor het huis leidt. Een vrij steil en kuilig geitenpad dat met de koplampen van de auto aan best zichtbaar is, maar waar je je nek breekt als je probeert er in het pikkedonker twee onwillige honden uit te laten.
“Tegen zessen!” riep Hervé door zijn mobieltje. Hij zou er zijn.
Bezorgd keek ik naar mijn drankvoorraad. Want Hervé = Ricard. Ik stuurde mijn man erop uit om even snel een fles te scoren.
Hervé kwam om kwart voor zeven, en klom in het duister een paal in. Een kwartier later deed de verlichting het weer. Dat moest gevierd. Hij een Ricard (of twee, drie), ik een glaasje wijn uit eigen streek.
“T’a faim?” vroeg ik na een uurtje. Hervé wapperde zijn hand horizontaal voor zich uit heen en weer; eerst langzaam, dan steeds sneller. Dat betekent hier: ‘mwah, eigenlijk wel, maar eerlijk gezegd sterf ik van de honger’. Of zo iets.
”Au village?”
“Au village!”
We aten op het dorp. In het enige restaurantje dat die naam verdient.
Bij terugkomst was de piste in het donker gehuld. “Dat wordt Hervé bellen”, zei ik somber tegen mijn man. Ik zei nog meer, maar dat schrijf ik liever niet op. “Doucement hè”, gaf hij terug, terwijl hij het knopje van de buitenverlichting omdraaide, waardoor de piste er ineens stralend bij lag.
Oeps. “Glaasje dan maar?”
“Als het maar geen Ricard is…..”
Dit bericht delen op:
Geweldig verhaal Renée. Heerlijk om die zaken zo op te lossen. Succes met de verlichting!
Merci Nen. En die verlichting doet het hoor. :-]
juweeltje weer Renee!
En ‘t is echt een schatje Tien!
aiaiaye… had ik dat willen weten?? volgende Ricard beetje spelen met je telefoon?? klik
Hij is niet achterlijk Tien ;-D
Nu weet ik wat we hier missen! Een Herve! Het liefst een die van alle markten thuis is… Helaas is de gemiddelde leeftijd in ons dorpje 85 jaar.
Tja, met 85 klim je niet meer zo gemakkelijk in een paal Els. Dus je mist inderdaad een Hervé ;-]
Weergaloos verhaal……! Zo herkenbaar…!
Merci Frits!
Weer met plezier je verhaal gelezen, Renée. Herkenbaar maar ik heb zoiets gelukkig niet meegemaakt. Ik lees je verhaaltjes ook om mijn NL een beetje bij te houden en nu breng je me weer aan het twijfelen want mijn grootste struikelblok zijn de voegwoorden. Eet ik in een dorp of op het dorp ? Ik geloof dat je gelijk hebt het is op het dorp ! Bises.
Ik geloof dat het streekgebonden is Mary. Bovendien ligt het dorp op een berg, dus werd het ‘op het dorp’ :-]
Goeiemorgen Renée,
Na lange tijd kan ik je verhalen weer lezen, heel blij daarmee.
Weer een leuk verhaal over de perikelen in ons mooie landje, weliswaar veel ergernissen, maar die niet opwegen op het heerlijke leven hier in Frankrijk.
Koester Hervé, zo’n mannetje is de Ricard ten volle waard.
Blijf genieten in je dorpje,
Groetjes uit Cardaillac;
Jacqui.
Dag Jacqui,
Leuk dat je er weer bij bent!
En ja, Hervé koesteren we en genieten lukt ook wel :-]
Straks eerst maar weer eens een recept componeren….
Ha Renee. Echt heel herkenbaar. Bon courage. René Braacx.
Le Trel. Auradou
Merci René!
Geweldig verhaal ik herken het als geen ander, heb in de periode 1979 tot 1984 in Cannes gewoond en daar het een en ander met electricien en loodgieter meegemaakt, kan er een boek over schrijven, als ik zou kunnen schrijven
Dank je wel Alie! En begin nooit aan een boek; het is verschrikkelijk ;-]
ben ik eigenwijs met enkele ruwe manuscripten op usb??