Geschiedenis: de Provençaalse graaf en de Friezin

zo 3 mei 2020

Een longread van schrijver en columnist Caspar Visser ’t Hooft. Zijn nieuwste boek ‘Een hof tot ons gerief’ verscheen onlangs bij uitgeverij IJzer. Hij woont al 30 jaar in Frankrijk en beheert de veelgelezen website https://www.schrijverinfrankrijk.nl

Door Door Caspar Visser ’t Hooft

Het kasteel van Mirabeau dat hoog boven het gelijknamige Provençaalse dorp in de Vaucluse uitsteekt: een geelgrijze muur met aan de uiteinden ronde vensterloze torens met kantelen. Een grimmig middeleeuws fort. Een paar scheef gegroeide parasoldennen die om de hoek piepen doen achter de stenen façade een park vermoeden. Daar woonde dus ooit de graaf van Mirabeau, officieel Honoré-Gabriel de Riqueti de Mirabeau (1749-1791). Een uitzonderlijk type, in zijn tijd altijd omstreden, om niet te zeggen berucht. Hij stond niet alleen bekend om zijn lelijkheid, maar ook als een dolle hond die zich meer dan opvallend kleedde: een overdreven hoed, heel grote knopen op zijn jas en gespen op zijn schoenen. Een schrijver, menigmaal beschuldigd van plagiaat, een opstandeling in die revolutionaire periode van de Franse geschiedenis. Maar iemand met – naar de huidige maatstaven – gematigde opvattingen. In zijn geschriften pleitte hij voor een constitutionele monarchie naar Engels voorbeeld. Voor hem hoefde de koning niet zo nodig naar het schavot. En hij was vooral wat je tegenwoordig een ‘womanizer’ noemt. Om het geld was hij met een rijke erfdochter getrouwd, maar de huwelijksinzegening was nog niet achter de rug of hij ging er alweer met een ander vandoor. Een libertijn, een rokkenjager, een paar jaar later haalde hij zich als gevolg van een stormachtige liaison de woede van een machtige familie op de hals die alles in het werk stelde om hem in het gevang te doen belanden. Hij werd inderdaad een paar keer opgesloten en ontmoette in de petoet onder anderen zijn achterneef, Markies de Sade. Na een ontsnapping in 1776 nam hij de wijk naar Amsterdam in de Verenigde Zeven Provincieën, waar hij kennis maakte met een bloedmooie Nederlandse, een Friezin om precies te zijn. Zij werd zijn tweede ‘officiële’ minnares. Ja, liefde verbindt uitersten: de droge, stenige Provence met zijn bikkelharde zon en zijn krekels, het noordelijke Friesland met zijn lage, waterige luchten… Ze heette gewoon Van Haren Ze heette Henriëtte Amélie de Nehra. Dat klinkt niet Nederlands, laat staan Fries. Dat komt omdat ze haar naam had veranderd. Ze heette eigenlijk Van Haren. ‘Van’ werd ‘de’, en Haren schreef ze achterstevoren – maar niet helemaal: ‘Nehra’. Toen Mirabeau, in Frankrijk bij verstek tot de doodstraf veroordeeld, gratie had gekregen en weer terug mocht naar zijn vaderland, volgde ze hem. Dat was rond het jaar 1780. Ze woonde vijf jaar lang samen met de onstuimige revolutionair, totdat zij op haar beurt aan de kant werd gezet. Ze schijnt hem hier nooit hard om te zijn gevallen, in latere brieven bleef ze met veel waardering over haar eertijdse minnaar spreken. Ze bleef ongetrouwd, kinderloos en ze stierf, berooid maar door weldoeners omringd, in het Amsterdamse Deutzenhofje. Waar ze vandaar kwam? Ze was de onwettige dochter van de Friese edelman Willem van Haren, lid van de Staten-Generaal, grietman en dichter. Onwettig, ja, ze was de vrucht van een buitenechtelijke verhouding. Een eenzame landjonker in Wolvega Toch was het niet haar vader die haar opvoedde, hij stierf jong, maar haar oom, de befaamde Onno Zwier van Haren. Een kleurrijke figuur die zijn loopbaan begon als gunsteling aan het stadhouderlijk hof in Den Haag en die eindige als eenzame landjonker in het Friese Wolvega, waar hij zijn tijd sleet door gedichten en toneelstukken te schrijven. Sommige ervan baarden veel opzien. In zijn Oost-Indische spiegel wijdt Rob Nieuwenhuys een paar interessante bladzijden aan hem. Zijn meest bekende theaterstuk had namelijk als titel Agon, sultan van Bantam, in dit stuk hekelde Onno Zwier de Nederlandse overheersing op Java. Dat was zo’n tachtig jaar voor Max Havelaar! Machtige vertrouwensman van de prinsen, kluizenaar op een klein buiten in het armste, zanderige deel van Friesland, wat was er gebeurd? Hij had incest gepleegd met twee van zijn dochters, dat was althans het gerucht dat zich in Den Haag had verspreid. Hij was daarom voorgoed uit de hofstad verbannen. Een van deze dochters was niemand anders dan de moeder van Gijsbert Karel van Hogendorp, de staatsman die met Van Limburg-Stirum en Van de Duyn van Maasdam (het ‘driemanschap’ uit de geschiedenisboekjes en van het Haagse Plein 1813) de weg bereidde voor terugkomst van de Oranjes na bijna twintig jaar Franse overheersing. Over het geval Van Haren heeft Edgar du Perron een korte roman geschreven: ’Schandaal in Holland’. Markant en vermetel Ja, met de verhouding tussen Mirabeau en Henriëtte Amélie de Nehra hadden zich twee families verbonden die de een zowel als de andere een reputatie aankleefde van wildheid, vermetelheid en hartstochtelijk leven. De Provençaalse Mirabeaus (vaders, zoons, ooms, neven, allemaal even ‘markant’ en de Friese Van Harens. Een laatste anekdote: Onno Zwier had een zoon, genaamd Willem Anne. Ook van hem is een liefdesaffaire bekend, die stof werd voor een roman van een vergeten schrijfster uit het begin van de vorige eeuw die zich bediende van de initialen L.E. (Louise Engelberts). ‘Een vergeten proces’, zo heet de roman. Eigenlijk net zo vergeten is de Friesland-connectie van de Provençaalse graaf Mirabeau. Misschien toch leuk om even te weten als je er een keertje in de buurt bent en een kijkje neemt in het dorp met zijn overheersende kasteel.

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

Of reageer met je Facebook account

Scroll naar boven