Weer een stukje Frankrijk dood

do 16 september 2010

Er blijft weinig meer over van het Frankrijk waar ik zo’n 25 jaar geleden voor gevallen ben. In de ooit zo rustige streek waar het plattelandsleven nog echt door boeren en buitenlui werd geleefd, domineren nu de tweede huizen van buitenlanders. Tijdens het seizoen sta je in de file op weg naar de supermarkt, de kust, of welke willekeurige andere bestemming dan ook. Het dorpscafé en het enige dorpsrestaurant beleven hoogtijdagen. Maar na 1 september is het afgelopen, dan begint de ‘hivernage’: het grote suffen dat duurt tot ongeveer Pasen, als het voorseizoen begint. In de tussenliggende periode is het dorp zo goed als uitgestorven, het café hanteert ineens erg rustieke openingstijden (meer dicht dan open dus) en het restaurant gaat van half december tot maart op slot. De plaatselijke middenstand heeft de laatste jaren bovendien moeten opboksen tegen de mega-supermarkten en weidewinkels enkele kilometers verderop, en daar is nu definitief de rek uit: vorige week sloten zowel de bakker, de slager als de kruidenier voorgoed hun deuren. Ons dorp is thans een spookdorp. Alleen het ‘station service’ (de benzinepomp) is nog open en dat wordt -als het aan Brussel ligt- vanaf volgend jaar ook de nek om gedraaid. De nieuwe regels die de Europese Unie vanaf 2011 invoert, betekenen de nekslag voor kleine zelfstandige tankstationnetjes zoals het onze. Willen pomphouders aan de nieuwe veiligheids- en milieu-normen voldoen, dan vergt dat een investering van rond de 100.000 euro, en dat is voor het merendeel van dergelijke kleine ondernemers niet op te brengen. Dus zullen ze noodgedwongen het bijltje erbij neergooien. Wat heel veel afgelegen plattelandsgemeentes weer een stukje dooier zal maken. In dorpjes zoals het mijne is zo’n tankstationnetje, dat meestal in -of net aan de rand van- de dorpskern ligt, vaak de laatst overgebleven sociale voorziening: je kunt er tanken, een boodschapje doen in minieme winkeltje waar je nu nog brood, blikvoer en brandhout kunt krijgen. En waar je het praatje kunt maken dat je normaal gesproken in het café zou houden. Voor veel ouderen is het zelfs de énige sociale voorziening in de wijde omgeving, ook als ze geen auto hebben. Dat houdt allemaal op, tanken moet voortaan bij de kilometers verderop gelegen keten-supermarkt. Omdat Brussel de regeltjes qua veiligheid heeft aangescherpt. Omdat er aan milieunormen moet worden voldaan waar ze hier nog nooit van gehoord hebben. Omdat opslagtanks plotseling een aantal meters verder van de bebouwde kom moeten liggen. Omdat er ineens luchtzuiveringsinstallaties moeten komen. Met de luttele liters brandstof die die kleine tankstationnetjes verkopen, valt daar niet tegenop te investeren.
Misschien kan Sakozy dáár eens een punt van maken in Brussel, nu hij er toch is om zijn wanbeleid jegens de Roma uit te leggen. Mwah, zal wel niet; te druk met de verkiezingscampagne en het heroveren van kiezers van het ultra-rechtse Front National door juist die Roma er wel uit te flikkeren. En intussen gaat het vertrouwde Frankrijk beetje bij beetje verder dood.

4 gedachten over “Weer een stukje Frankrijk dood”

  1. Tuurlijk doen ze dat, voor zover ze dat nog kunnen; het aantal hoogbejaarden is groot. En juist die zijn erbij gebaat dat zo’n dorpspomp behouden blijft. Je kunt er te voet heen stiefelen.’t Is overigens een ‘witte’ pomp, dus goedkoop.

  2. Hai Renée. Mooi artikel. Helaas de waarheid. De globalisering ten top alleen al in 1 land. Omdat nederland qua infrastructuur een dicht net heeft, hebben wij hier niet direct last van. In mijn dorp is juist weer een restaurantje geopend, vol met goede moed. Ik hoop dat in het hivernage seizoen ze het redden.

    groetjes.
    Edwin.

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

Of reageer met je Facebook account

Scroll naar boven