Recept van de week: Niflettes de Toussaint

Voor de liefhebbers van de Méditerrane keuken: het is weer vrijdag, dus tijd voor een kersvers recept. Niet echt ingewikkeld en ook met ingrediënten die in Nederland verkrijgbaar zijn, te maken. Zoals al mijn recepten. Meer weten, meer recepten? Klik hier voor mijn kookboeken.
Alle recepten zijn bedoeld voor 4 personen.

Toussaint, Allerheiligen vandaag. En dus zo’n beetje alles dicht, geen post en ook de halve ochtend geen telefoon (dus ook geen internet), maar dat lag niet aan de heiligen. Er was een stukje verderop een vermoeide oude den tegen de bovengrondse draden aangesukkeld. Het probleem werd -ondanks de vrije dag- door een montere boomkluiver in mootjes gekettingzaagd, maar tegen de tijd dat het toegangspad weer was vrijgegeven waren ook de supermarkten dicht en aan het lange weekeinde begonnen: ‘on fait le pont’, we doen een bruggetje, zoals ze hier een extra meegesprokkelde vrije dag noemen.
Ik doe -wegens een intense afkeer- in beginsel niet meer dan één keer per week boodschappen. Dat wordt dus maandag, want morgen kun je hier over de hoofden lopen en dan blijf ik liever thuis. Wordt het dus een karig weekeinde? Welnee. Er woont nog een mooie moot kabeljauw in de diepvries, er is groente, pasta, wijn. En ik heb alle spullen in huis om de traditionele Niflettes de Toussaint te maken. Bladerdeegkoekjes die volgens de traditie zijn bedacht door een bakker in Provis (Seine et Marne), omdat voor zijn deur een omaatje viel, waardoor haar kleindochter zo hard moest huilen dat hij haar als troost een koekje aanbood. De koekjes zouden in een grijs verleden ook zijn uitgedeeld aan weeskindertjes (die blijkbaar altijd zielig waren), en aan verdrietige bezoekers van kerkhoven, met de troostrijke vermaning: “Ne flete (ne pleure pas), niet huilen”. Maar alleen op Allerheiligen hè. De rest van het jaar graag goede daden naar eigen inzicht.

Ingrediënten:
2 rollen koelvers bladerdeeg
25 cl melk
3 eierdooiers
70 gram suiker
1 zakje vanillesuiker
1 eetlepel bloem

Bereiding :

Voor de banketbakkersroom :
Scheidt 1 ei, bewaar de dooier in een schaaltje. Scheidt de andere 2 eieren en doe de eierdooiers in een ruime kom. Voeg de suiker toe en klop alles minstens een paar minuten met de mixer op de hoogste stand, tot het lekker schuimt. Doe er beetje bij beetje de bloem bij en klop die er met de mixer op de laagste stand doorheen. Giet het mengsel in een pan en laat op laag vuur langzaam heet worden. Blijf voortdurend roeren tot de massa dik wordt en aan de kook raakt. Haal de pan meteen van het vuur en laat het mengsel afkoelen.

Voor de koekjes:
Verwarm de oven voor op 180 graden.
Rol de rollen bladerdeeg uit op het aanrecht, met het bakpapier aan de onderkant. Neem een bescheiden wijnglas en druk zoveel mogelijk rondjes uit de deegrollen; de overgebleven randen kunnen losjes worden samen gekneed en daarna met de deegroller worden geplet, zodat ook daar nog wat rondjes uit gestoken kunnen worden.
Leg een lap bakpapier op een bakplaat en leg er een portie rondjes op, leg daarbovenop weer een ronde rondjes. Druk het deeg in het midden in, zodat er een holte ontstaat. Vul die met de banketbakkersroom die inmiddels wel zal zijn afgekoeld. Bekwast alle koekjes met wat eigeel van de achtergehouden eierdooier. Laat zo’n 15 minuten in het midden van de oven knapperig en gaar worden. Rondjes over? Dan een tweede ronde bakken.