Voor de liefhebbers van de Méditerrane keuken: een kersvers recept. Niet echt ingewikkeld en ook met ingrediënten die in Nederland en België verkrijgbaar zijn, te maken.
Alle recepten zijn bedoeld voor 4 personen.

Driekoningen aanstaande maandag, oftewel Épifanie. Een feestje dat wordt gevierd ter ere van de drie ‘wijzen uit het oosten’ die kwamen kraamkameren – of misschien moeten we kraamstallen zeggen – bij Josef en Maria en het Kerstkindje. Ze kwamen met eigen vervoer (kameel) uit het Oosten en navigeerden naar Bethlehem door achter een stralende ster aan te hobbelen. Moet je tegenwoordig eens proberen, navigeren op een ster. Je zou binnen de kortste keren vastlopen in het verkeer, of ergens tegenop knallen omdat je niet op de weg lette. Oké, die lui waggelden merendeels door de woestijn, maar daar zou je waarschijnlijk vast komen te zitten met je SUV in een zandduin, of zonder brandstof komen te staan omdat je nèt dat laatste tankstation had gemist voor je aan je rally begon. En je komt je bovendien ook niet veel verder als je geen bereik hebt met je eigentijdse GPS. Nee, knappe jongens die wijzen.
Ze kwamen een beetje laat aan voor een geboortefeestje van 25 december, maar ze hadden wel cadeautjes meegebracht die je niet meteen op marktplaats zet: goud, wierook en mirre (kruidige olie), in die tijd bijzonder kostbaar allemaal. Vanzelfsprekend werden die drie wijze koningen warm onthaald en kregen ze een mooie maaltijd voorgezet, met taart toe.
In de loop der eeuwen veranderde er het nodige aan het verhaal, het werd telkens min of meer aangepast aan de tijd. Tegenwoordig is er alleen die taart nog van overgebleven: La Galette des Rois, de Driekoningentaart. Gemaakt van bladerdeeg met amandelvulling, en er moet absoluut een fève in meegebakken worden: een geluksbrengertje. Dat was ooit een rauwe boon, in de Romeinse tijd een muntstuk (had te maken met belastingen) en in onze tijden moeten we het doen met een ingebakken frutsel waarop doorgaans nog reclame staat ook. Wie de fève in zijn partje treft, mag zich de ‘koning van de dag’ noemen, maar is meteen verplicht om de volgende galette te fourneren. De taart moet in net zoveel stukken gesneden worden als er aanwezigen zijn, plus één: dat stukje is – naar keuze – voor God zelf, voor de armen, of voor de onverwachte bezoeker.
La Galette des Rois is bij vrijwel elke supermarkt en banketbakker te koop. Bij een goeie patisserie kun je doorgaans een uitstekend exemplaar bemachtigen. Maar als er zo’n stapel oneindig houdbare dozen in de supermarché staat, laten staan! Gortdroge muffe bladertroep, gemalen wittebonenpasta erin.
En het is zo simpel hè, effe zelf maken. Nee, ik verklap niet wat ik er als fève in stop.

Ingrediënten:
2 rollen bladerdeeg (of 8 plakjes)
100 gram amandelpoeder
75 gram suiker
1 ei
1 eierdooier
50 gram zachte boter
3 eetlepels crème fraîche
3 eetlepels amaretto
1 zoetzure appel
1 fève naar keuze

Bereiding :
Verwarm de oven voor op 210 graden.
Schil de appel, haal het klokhuis eruit en snij ‘m in flinterdunne partjes.
Bekleed een bakvorm met de eerste rol bladerdeeg, of plak vier plakjes aan elkaar en bekleed daar de bakvorm mee (eerst de vorm invetten, of het bakpapier onder het deeg laten zitten). Prik het deeg over de hele bodem in met een vork.
Klop het ei los en meng alle ingrediënten (behalve die extra eierdooier en de appel) in een kom door elkaar en verdeel het mengsel over het bladerdeeg.
Leg ergens (niet in het midden, dan weet iedereen meteen waar ie zit) de fève erin.
Verdeel de appelpartjes over de vulling.
Drapeer de tweede rol bladerdeeg (of de overige vier plakjes) over de vulling, druk de zijkanten goed aan, en bestrijk het oppervlak ruimhartig met eierdooier voor een mooi bruin korstje straks. Prik met een vork wat gaatjes in de bovenkant, anders zwelt/ploft de boel tijdens het bakken. Je kunt er ook wat mooie figuurtjes in graveren.
Laat de galette in het midden van de voorverwarmde oven in ongeveer een half uur gaar en goudbruin worden.

PS: ik sprak zopas even met m’n vriendin/collega Maria Edelman, die een nog ergere boekenwurm is dan ik. “Leuk hoor, die recepten”, zei ze, “ maar vertel nou ook eens iets over ‘Een hapklare historie van Frankrijk. Geweldig boek!”
“Eens!”, vond ik, “maar doe het lekker zelf.” Gaat ze doen. Binnenkort lees je er alles over op Kijk, Zuid-Frankrijk!

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

Of reageer met je Facebook account

Scroll naar boven